A rtikel 5. 1. Het jaar, waarvoor het vergunningsrecht is verschuldigd, loep vsn 1 Mei van het ene tot en met 30 April van het daarop volgende jaar. 2. Voor een tussentijdse verleende vergunning zijn slechts zoveel vierde gedeelten van het vergunningsrecht verschul digd ais er kwartalen in het vergunningsjaar over zijn, met dien verstande, dat een gedeelte van een kwartaal voor een geheel geldt. 3. Het vergunningsrecht is verschuldigd door de houder der ver gunning. Artikel 6. 1. De schatting van de huurwaarde der localiteiten, waarvoor de vergunning als in artikel 1 of artikel 2 bedoeld is ver leend, geschiedt jaarlijks door Burgemeester en Wethouders aldan niet na ingewonnen schriftelijk advies van een door hen aan te stellen deskundige. 2. Burgemeester en Wethouders stellen op grond van die schat ting de aanslag vast en brengen deze onmiddellijk ter ken nis van de belanghebbende. Artikel 7. Indien de houder van een vergunning bij schriftelijke, door hem ondertekende verklaring afstand doet van de vergunning, worden van het betaalde vergunningsrecht aan de vergunning houder op zijn verzoek zoveel vierden teruggegeven, als het aantal kwartalen bedraagt, waarin van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt. Gelijke teruggaaf geschiedt aan de rechtverkrijgenden, indien de vergunninghouder over lijdt en het bedrijf niet ingevolge artikel 27, tweede lid, der Drankwet (Staatsblad 1931, no.476) wordt voortgezet; indien de overschrijving van de akte der vergunning ten name van de overlevende echtgenoot of een der kinderen ven de overleden vergunninghouder na 30 April wordt geweigerd en deze vóór die dag het vergunningsrecht heeft betaald, alsmede indien het besluit, waarbij de vergunning is ver leend, door de kroon is vernietigd. Artikel 8. De betaling van het recht geschiedt in één termijn aan de gemeente-ontvanger, tegen uitreiking van een kwitantie. De uitreiking van de kwitantie blijft achterwege, indien de betaling geschiedt door middel van overschrijving op de postrekening van de gemeente-ontvanger. Artikel 9. Van iedere betaling wordt door de gemeente-ontvanger kennis gegeven aan Burgemeester en Wethouders. Artikel 10. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 Mei 19 49. 2. Bij het inwerkingtreden dezer verordening vervalt de verorde ning regelende de heffing van vergunningsrecht voor de ver koop van sterke drank in het klein, in de gemeente Beek N.B.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 196