BIJLAGE 97.
De Raad der gemeente Beek H.B.;
Gelet op artikel 46 der Drankwet, S.1931, no. 476;
besluit
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening regelende de heffing van verlofs-
recht voor de verkoop van zwak-alcoholische
drank in het klein in de gemeente Beek N.B.
Artikel 1.
Het verlofsrecht voor de verkoop van zwak-alcoholische
drank in het klein krachtens een verlof A bedraagt jaarlijks
een som van vijf en twintig gulden.
Artikel 2.
1. Het jaar, waarvoor het verlofsrecht is verschuldigd, loopt
van 1 Mei van het ene tot en met 30 April van het daarop
volgende jaar.
2. Voor een tussentijds verleend verlof A zijn slechts zoveel
vierden gedeelten van het verlofsrecht verschuldigd als er
kwartalen in het verlofsjaar over zijn, met dien verstande,
dat een gedeelte van een kwartaal voor een geheel geldt.
3. Het verlofsrecht is verschuldigd door de houder van het
verlof.
Artikel 3.
Indien de houder van een verlof bij schriftelijke, door hem
ondertekende verklaring afstand doet van het verlof, worden
van het betaalde verlofsrecht aan de houder van het verlof
op zijn verzoek zoveel vierden teruggegeven, als het aantal
kwartalen bedraagt, waarin van het verlof geen gebruik wordt
gemaakt. Gelijke teruggaaf geschiedt aan de rechtverkrijgen
den, indien de houder van het verlof overlijdt en het bedrijf
niet ingevolge artikel 46, vierde lid, in verband met arti
kel 27, tweede lid der Drankwet (Staatsblad 1931, no.476)
wordt voortgezet; indien de overschrijving van de akte van
het verlof ten name van de overlevende echtgenoot of een der
kinderen van de overleden houder van het verlof na 30 April
wordt geweigerd en deze vóór die dag het verlofsrecht heeft
betaald, alsmede indien het besluit, waarbij het verlof is
verleend, door de kroon is vernietigd.
A.rtikel 4.
De betaling van het recht geschiedt in één termijn, aan de
gemeente-ontvanger, tegen uitreiking van een kwitantie. De
uitreiking van de kwitantie blijft achterwege, indien de
betaling geschiedt door middel van overschrijving op de
postrekening van de gemeente-ontvanger.
Artikel 5.
Van iedere betaiing wordt door de gemeente-ontvanger kennis
gegeven aan Burgemeester en Wethouders.