Uit het vorenstaande is af te leiden dat door het Rijk terzake van werkverschaffing en steunverlening over 1942 geen bedragen weer verschuldigd zijn. Wij zijn daarom de mening toegedaan dat het bedrag ad f.1770,96 destijds ten onrechte in de staat van nog te verhalen posten werd opgenomen. Wij stellen U mitsdien voor genoemd bedrag van die staat af te voeren c.q. oninbaar te verklaren. Een concept-besluit daartoe gaat hiernevens. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BEEK N.B.,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 26