BIJLAGE 39.
Aan de Raad.
Bnderw rp:
Salarisverordening.
Bij schrijven van 23/30 Juni 1948, G nr.753, Ille
Afdeling brachten Gedeputeerde Staten een vijftal bemer
kingen op de in Uw vergadering van 16 April j.l. vastge
stelde salaris-verordening te onzer kennis. In verband
hiermede moet de salarisverordening op enkele punten
aangevuld en/of gewijzigd worden.
Een concept-antwoord op het schrijven van Gedepu
teerde Staten, waarnaar wij kortheidshalve mogen verwijzen
is hierbij gevoegd.
Een nadere toelichting op de hieronder aangegeven
bemerkingen is o.i. echter van belang.
Punt. 1. In de op 16 April vastgestelde salaris-
ve ordening komt nog een ongehuwden-aftrek voor, die thans
kan vervallen. Voor het ongehuwde personeel betekent dit
een salarisverhoging van 5%.
Punt. 5. Omtrent de werkliedenionen werd bij een be
spreking ter griffie medegedeeld, dat het maximum loon
van de voorwerker hoogstens zou mogen worden opgetrokken
tot het maximum van de rijksionen geldende voor groep 3
in gemeenteklasse III.
Een nadien op verzoek van de werkliedenvereniging
"St.Paulus" herhaalde poging om de uurlonen met een paar
cent te verhogen mislukte. Thans zien Gedeputeerde Staten
schijnbaar in dat hun standpunt te eng is geweest en komen
zij zelf met een voorstel tot verhoging.
Het loon van de voorwerker kan hierdoor worden opge
voerd tot het maximum van loongroep 4 in gemeenteklasse
III, terwijl de lonen van de arbeiders le klasse opgevoerd
kunnen worden tot het maximum van loongroep 3 in die
klasse.
Wij stellen U voor de door Gedeputeerde Staten
voorgestelde wijzigingen onveranderd over te nemen en de
salaris-verordening dien overeenkomstig te wijzigen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BEEK N.B.,
DE SECRETARIE,
s^AAAAA/Y \MAAX