BIJLAGE &L.
Beek N.B., 7 Hei 1948.
Aan cle Raad.
Onderwerp:
Vaststelling pensioensgrond
slagen; machtiging burgemeester
en wethouders.
De pensioensgrondslagen voor ambtenaren worden vast
gesteld door het gezag dat de ambtenaar heeft benoemd. Op deze
algemene regel zijn echter uitzonderingen o.a. ten aanzien
van de burgemeester. De burgemeester toch wordt benoemd door
de Kroon, terwijl zijn pensioensgrondslag bij benoeming, in
gevolge het Koninklijk Besluit van 8 Juni 1926, nr.26,wordt
vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Bij weddewijziging
moet de nieuwe pensioensgrondslag voor de burgemeester echter
worden vastgesteld door de gemeenteraad, daar dit bestuurs
orgaan de voor de uitbetaling der hogere wedde benodigde gel
den moet voteren.
De pensioensgrondslagen voor de secretaris, de ont
vanger en de ambtenaren van de burgerlijke stand moeten wor
den vastgesteld door de raad, omdat deze functionarissen ook
door de raad worden benoemd.
In de praktijk is het soms nodig, vooral in de te
genwoordige tijd, nu wijziging der salarissen schering en in
slag is, om op korte termijn tot vaststelling van een pen
sioensgrondslag over te gaan. Met het nemen van een dergelijk
besluit kan dan slechts bezwaarlijk worden gewacht tot een
eerstvolgende raadsvergadering.
De bevoegdheid tot het vaststellen van pensioens
grondslagen kan echter, na hiertoe door de raad gemachtigd
te zijn, ook worden uitgeoefend door burgemeester en wet
houders.
In verband hiermede stellen wij U voor om ons College
middels bijgaand besluit te machtigen om voortaan de pensioens
grondslagen voor bovengenoemde functionarissen vast te stellen
BURGEMEESTER EB WETHOUDERS VAN BEEK N/B.
DE SECRETARIE
RETARDS,