BIJLAGE 16. Beek N.B., 17 Juni 948. Aan de Raad, De electrificatie van vrijwel de gehele gemeente en de daarmede gepaard gaande belangrijke uitbreiding van het straat- verlichtingsnet, de uitbreiding van de riolering, de verbete ring van enkele straten en diverse andere factoren waren voor ons aanleiding de bestaande verordening op de heffing van straatbelasting te vervangen door een nieuwe waarin met genoemde factoren zoveel mogelijk rekening wordt gehouden en waarmede tevens wordt beoogd de gemeentelijke inkomsten te verruimen. In tegenstelling met de oude verordening worden door de belastinggrondslag "straten en wegen" thans getroffen: le. alle gebouwde eigendommen die aan -of nabij een open bare straat of weg gelegen zijn, en 2e. alle ongebouwde eigen dommen, die aan of nabij een openbare straat of weg gelegen zijn en/of daarop uitgang hebben. Wij zijn tot deze verruiming overgegaan, omdat volgens de oude verordening de gebouwde eigendommen die aan verharde wegen waren gelegen te zwaar, sommigen zelfs met niet minder dan 17% waren belast, welk percentage tengevolge der straat verlichtingsbelasting zelfs tot 21% zou zijn gestegen. De on gebouwde eigendommen, die toch eveneens in niet geringe mate van de openbare wegen profiteren bleven van de belasting uitgesloten. In de nieuwe verordening is er naar gestreefd deze onbil lijkheid op te heffen, door ook de ongebouwde eigendommen, zij het dan voor een percentage van slechts 2% mede te belasten. Aangenomen mag worden, dat vrijwel alle, zowel gebouwde als ongebouwde eigendommen onder de nieuwe belasting zullen vallen. In afwijking van de oude verordening is verder, thans geen onderscheid meer gemaakt in verharde en onverharde wegen. De billijkheid van deze verruiming is te verdedigen in het feit dat vooral ook het onderhoud van zandwegen een niet on beduidende uitgaaf vergt. Samenvattend zullen derhalve de op de diverse grondslagen drukkende lasten in het vervolg over alle eigenaren, zowel van gebouwde als van ongebouwde eigendommen, met inachtneming van ieders belangen gelijkmatig Y/orden verdeeld. De jaarlijks op straten en wegen drukkende kosten zijn als volgt te becijferen: a) verharde wegen: Rente en aflossingf. 9000, Onderhoudskostenf. 6000. Samen f.15000, Te verminderen met rente, aflossing en onderhoud trottoirsf. 2000^ Blijft, .ff. 13000;— b) onverharde wegen: Rente en aflossingf. 1000, Onderhoudskostenf. 7000, Kosten van waterlossingenf. 2300, Samenf. 10300. Totaalf. 23300,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 88