Artikel 7. 1. Voor de gebouwde eigendommen, die met hun aanhorigheden gedurende 12 achtereenvolgende maanden ongebruikt en onverhuurd zijn gebleven, wordt aan hem, die gedurende dat gehele tijdvak is aangeslagen, de belasting over het belastingjaar, waarin dit tijdvak van 12 achtereenvol gende maanden wordt voltooid, voor de helft gerestitu eerd. 2. Ter verkrijging van deze teruggaaf moet de belanghebbende binnen 30 dagen na het einde van bedoeld tijdvak een verzoek daartoe indienen bij burgemeester en wethouders. Artikel 8. Hij, die na de aanvang van het belastingjaar ophoudt genothebbende te zijn, in de zin van artikel 2, is de belasting over het gehele lopende jaar verschuldigd en heeft onverminderd het bepaalde bij artikel 7, geen recht op vermindering of teruggaaf van belasting. Artikel 9. Wanneer blijkt, dat straatbelasting ten onrecht niet is geheven of het bedrag ten onrechte is verlaagd, terug gegeven of kwijtgescholden, wordt het niet of te weinig geheven van de belastingplichtige of van zijn erfgena men nagevorderd, zolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaar zijn verstreken. Artikel 10. Indien aan burgemeester en wethouders, zolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar twee jaren zijn verstre ken, blijkt, dat een aanslag ten onrechte of te hoog is opgelegd, doen burgemeester en wethouders de aanslag ambtshalve teniet of herstellen zij de te hoge aanslag. Artikel 11. De invordering van de belasting geschiedt, onverminderd het bepaatlde bij de artikelen 291 tot en met 295 der Gemeentewet, door de gemeente-ontvanger. Artikel 12. De belastingschuldigen worden op kohieren gebracht,op gemaakt en vastgesteld ingevolge artikel 297 der Gemeen tewet. Artikel 13. 1. Binnen een maand na de vaststelling van het kohier worden door de gemeente-ontvanger aanslagbiljetten, volgens door burgemeester en wethouders vast te stellen model, uitgereikt; 2. De aanslagbiljetten vermelden de dag van uitreiking. Artikel 14. 1. De aanslagen, voorkomende op het jaarkohier zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 94