BIJLAGE 48. Beek N.B., 10 Juni 1948. Aan de Raad. Onderwerp: Bouwen door particu lieren. Hypotheekregeling woningbouw. Het ligt in de verwachting, dat deze gemeente over 1949 en volgende jaren wederom een bouwvolume zal worden toegewezen. In de afgelopen jaren 1946 en 1947, is, zoals U bekend, het toegewezen bouwvolume nagenoeg geheel ver bruikt aan de bouw van woningwetwoningen op de voet van de finantiële bepalingen der woningwet. Het ligt echter niet in onze bedoeling op deze ingeslagen weg, die slechts node werd bewandeld, omdat de woningnood drong en van particu liere zijde geen initiatief wel te verwachten, verder voort te gaan. De enige gezonde oplossing zal moeten worden ge vonden in een terugkeer naar de vooroorlogse verhoudingen, een terugkeer dus tot het particulier initiatief in bouwen. Reeds deed het Rijk door uitvaardiging van de bekende "financieringsregeling 1947" een belangrijke stap in deze richting, doch de moeilijkheden met betrekking tot het verkrijgen van het benodigde bouwkapitaal waren oorzaak dat van deze regeling nog slechts op vrij bescheiden schaal gebruik werd gemaakt. Wij hebben ons daarom bezonnen op een regeling,wel ke met gebruikmaking van de financieringsregeling woning bouw 1947 (F.W.1947) en met hulp van het gemeentebestuur voor belangstellenden de voornaamste bezwaren van de F.W. 1947 ondervangt. Uitgaande van de veronderstelling, dat U de hoofd zaken van de F.W.1947 bekend zijn mogen wij U hierna onze voorstellen nader ontwikkelen. Het grote bezwaar waarvan hierboven reeds gesiag werd gemaakt is dit, dat de bouwers het stichtingskapitaal ener ?/oning zelve moeten financieren. Door een systeem van bij dragen van het Rijk wordt getracht te exploitatie mogelijk te maken. Echter beschikken de meeste zelfbouwers in de huidige omstandigheden niet over bouwkapitalen tot de grootte van de bouwsom ener woning en evenmin zullen zij er in slagen van particuliere zijde de nodige gelden op te nemen om de eenvoudige reden, dat met het oog op de huurprijs stop de bouwsom belangrijk hoger ligt dan de exploitatie mogelijkheid, welke de nieuw te bouwen woning biedt. Deze bouwsom is daarom te splitsen in een zgn. rendabel gedeelte (d.i. het gedeelte dat correspondeert met de werkelijke exploitatie-uitkomst) en een zgn. onrendabel gedeelte, dat is het verschil tussen werkelijke bouwkosten en rendabel gedeelte. In het algemeen is het onrendabel deel meer dan hei] dubbele van het rendabel deel. Daar enerzijds particulieren niet zelve over de be nodigde bouwkapitalen beschikken en anderzijdw betrokkenen het nodige geld niet onder hypothecair verband kunnen opne men is bij ons de gedachte gerezen om de particuliere woning-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 96