Lasten berekening na 15 .jaar bi.j verh.rend.deel
le.jaar.
met 50%
rnet 100%
rente aan gemeente
449
47,-c)
120, e)
aflossing aan gemeente 220,b)
79,—d)
200,— f)
belastingen
25,—
30,—
30,—
brandverzekering
10,—
12,—
12,—
onderhoud
45,
50,—
50,—
f.740,—
ri j ksbi j drFW19 47
f.334,—
f406,--
218,—
417,—
a) 4/6 van f.11000,85/ van f.13000,
b) 2/ van 1'. 11000,
c) 4>, van f.1175,(n.l.f.11000,min inmiddels plaats ge
had heobende aflossingen ad 30/ min on
rendabele bouwkosten welke door het
Rijk zijn uitgekeerd f.6525,00)
d^ 1/15 deel van f.1175,
e) 4% van f.3000,(n.l. f.11000,min aflossing (30/)
min onrendabele bouwkosten f.4700,
f) 1/15 deel van f.3000,
Uit dit voorbeeld blijkt, dat de lasten voor de zelfbouwers
het eerste jaar f.406,bedragen. Door het voortschrijden
der aflossingen zal dit bedrag als gevolg ven daling van het
rentebedrag ook dalen totdat na 15 jaar het rijk het onrendabe-
le deel ineens uitkeert. Bij respectievelijke verhoging van
het rendabel deel met 50/ en 100/. zullen na 15 jaar de lasten
voor betrokkene zijn resp. f.218,en f.417,per jaar.
Ter toelichting mag hier strekken dat verhoging van
het rendabel deel alleen plaats vindt bij verhoging van de
huurprijzen of daling van de lasten. Wij hebben aangenomen,
dat de huurprijzen in het eerste voorbeeld 50/ in het
tweede 100/ zullen stijgen.
Ka 15 jaar blijkt, dat de schuld aan de gemeente resp.
nog f.1175,en f.3000,bedraagt tot zekerheid waarvoor
nog een eerste hypotheek op het pand rust. Derhalve een
voldoende zekerheid.
Uiteraard zijn met beperkte wijzigingen berekeningen
uit te voeren voor andere bouwprijzen naar het principe
wordt hierdoor niet aangetast, het doel n.l. het op gang
brengen van de particuliere woningbouw zouden al te grote
financiële risico's voor de gemeente