BIJLAGE 109. De Raad der gemeente Beek N.B. Gelet op artikel 277 der gemeentewet; besluit: vast te stellen de navolgende verordening: Verordening op de heffing van een belasting op de honden in de gemeente Beek N.B. Artikel 1. In deze gemeente wordt onder de naam van hondenbelasting geheven een belasting op de honden, welke in de gemeente wor den gehouden. 1. De belasting is verschuldigd door de houders van honden, die in de gemeente hun hoofdverblijf houden of er geduren- de 90 dagen of meer van het belastingjaar verblijven. 2. Als houders van honden worden aangem rkt zij, die een hond onder welke titel ook, in bezit, in bewaring of onder op zicht hebben. 3. Met afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het hoofd van een gezin belastingplichtig mede voor de hond, gehouden door een lid van zijn gezin of door bij hem inwo nend dienstpersoneel. 1. De belasting bedraagt per jaar: voor de eerste hond f.10, voor de tweede hond f.12,50 voor elke volgende hond f.15, 2. Dit bedrag vrordt verminderd tot f.3,75 voor elke hond, uit sluitend gehouden ten dienste van de landbouw of enig be drijf van nijverheid of ter bewaking van gebouwen, erven, vaartuigen of woonwagens. Onverminderd de in artikel 14 bedoelde navordering, wordt voor eenzelfde hond, in totaal niet meer gevorderd dan het in artikel 3,eerste lid, genoemde bedrag of, voor zover be treft een hond, uitsluitend gehouden ten dienste van de land- bouwr of enig bedrijf van nijverheid of ter bewaking van ge bouwen, erven, vaartuigen of woonwagens, het in artikel 3, tweede lid, genoemde bedrag, of wel niet meer dan de helft dier bedragen, indien de hond na 30 Juni voor de eerste ma.al in de gemeente is belastbaar geworden. Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 1. De belasting is niet verschuldigd voor: a.honden beneden de leeftijd van drie maanden;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 8