BIJLAGE IS.
CONTRACT VOOR LOPENDE ti: KENliiG
Ondergetekende:
De GEMEENTE BEEK N.B., rechtens vertegenwoordigd door haar
Burgemeester welke ten deze handelt krachtens- en ter uit
voering van het besluit door de raad der gemeente op
genomen, hetwelk werd goedgekeurd door de Gedeputeer
de Staten van de Privincie Noord-Brabant bij besluit van
AANVAARDT hierbij de door de Boerenleenbank, gevestigd te
Beek N.B. (hierna te noemen: Bank) ten behoeve van de
Gemeente Beek N.B. (hierna te noemen: credietneernster) ver
leende credietopening tot een bedrag van hoogstens f.100.000
zegge: een honderd duizend gulden, zulks onder de volgende
door de Bank gemaakte voorwaarden en bedingen:
1. Van alle betalingen worden kwitantien of opdrachten ver
strekt.
2. Voor de creditrentegetallen wordt 1% per jaar vergoed.
De debetrente mag niet meer bedragen dan boven het
promesse-disconto van de Nederlandse Bank met een mini
mum van 3-4%.
3. Het ophouden der lopende rekening heeft plaats en het
door de credietneernster verschuldigde debetsaldo moet,
onverminderd het hierna sub 9 bepaalde, worden terug
betaald uiterlijk op 31 December 1950.
4. De credietneernster zal de juistheid der boekingen van de
Bank per in te zenden saldobiljet bevestigen, zo dikwijls
dit door de Bank wordt gevraagd.
5. De Bank zal aan de Ontvanger van de credietneernster geen
gelden uitbetalen (onverschillig of dit geschiedt in min
dering van een creditsaldo, dan wel daardoor een debet
saldo ontstaat of wordt verhoogd) dan na overlegging van
een namens het college van Burgemeester en Wethouders
schriftelijke gedagtekende verklaring, dat het de opname
van het daarin vermelde bedrag goedkeurt.
6. De credietneernster zal op de eerste vordering van de Bank
en wel uiterlijk binnen drie dagen daarna aan deze af
geven promessen in coupures en met vervaldagen als door
de Bank te bepalen, gesteld aan de order van de Bank of
van derden, betaalbaar ten kantore van de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank te Eindhoven of ten kantore ener
door deze Coöperatieve Centrale Boerenleenbank aan te
wijzen bankinstelling, tot zodanig bedrag als de cre
dietneernster ten dage, waarop de Bank van haar recht
gebruik maakt, aan deze zal schuldig zijn, voor welk be
drag de credietneernster, nadat de promessen door haar
zijn betaald, in de boeken der Bank zal worden gecredi
teerd, terwijl tot aan die betaling de oorspronkelijke
schuld blijft voortbestaan. Blijft de credietneernster
in gebreke ten opzcihte van de afgifte dier promessen,
dan is voor elke dag vertraging een boete verbeurd van
vijftig gulden, onverminderd de overige rechten aan de
Bank toekomende uit hoofde dezer nalatigheid. De ze^el-
kosten dier promessen komen ten laste van de crediet
neernster.