BIJLAGE 36.
De Raad der gemeente Beek N.B.;
gezien het voorstel van Burgemeester en ethouders dd.
8 Juli 1950;
gelet op het advies van de personeelsorganisaties, bedoeld
in artikel 3 van het Ambtenarenreglement en artikel 4 van het
W e r kl i e d en r e g 1 ern en t
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening tot r geling van een uitkering ovei
het tweede kwartaal 1950 aan een deel van
het gemeente-personeel;
Artikel I
Zijn besluit van 29 Maart 1950 is van overeenkomstige toe
passing ten aanzien van het tweede kwartaal 1950 met in acht
neming van het bepaalde in de artikelen II tot en met III.
Artikel II.
In de artikelen 1 tot en met 6 van bovenvermeld besluit
wordt telkens voor "Januari" gelezen: "April" en voor "eerste
kwartaal"Tweede kv artaal"
Artikel III.
1. In artikel 5 wordt het eerste lid als volgt gelezen:
1. Ten aanzien van een belanghebbende, die bij de periodieke
betaling van zijn bezoldiging of loon vermeerderd met 5% geen
loonbelasting verschuldigd zou zijn, blijft de inhouding van
loonbelasting achterwege.
2. Aan artikel 5 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
4. Hij, die na ontslag of beëindiging van dienstbetrekking
ziek zijnde, uit dien hoofde aanspraken ontleent aan Hoofdstuk
VII van het Ambtenarenreglement, Hoofdstuk VIII van het Werklie-
denreglement of hoofdstuk V van het Arbeidsovereenkomstenbesluit
dezer gemeente, dan wel aan een daarmede overeenkomende rege
ling, wordt voor de toepassing v,':n dit besluit gedurende zijn
ziekte geacht in dienst te zijn gebleven.
IV.
1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Uitkerin? sver-
ordening tweede kwartaal 1950".
2. Zij treedt in werking op heden.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Beek II.B.
in zijn openbare vergadering van 12 Juli 1950.
DE RAAD VOORNOEMD,
Voorzitter,
Secretaris,