BIJLAGE42. Beek IT.B., 26 Augustus 1950» Aan de Raad. Onderwerpt Subsidie Kleu teronderwijs. Het U.K.Kerkbestuur te Beek N.B. heeft een verzoek ingezon den strekkende tot het verkrijgen van een subsidie voor het kleuter onderwijs in de gemeente. Tot dusver werd het kleuteronderwijs alhier geheel voor rekening genomen van bedoeld Kerkbestuur. De onrustbarende stijging van kosten op nagenoeg alle lijnen van het maatschappelijk leven heeft zich ook ten aanzien van de kosten van het kleuteronderwijs doen gelden, zodanig dat in redelijkheid niet meer van bedoeld Kerkbestuur kan worden geeist, dat het alle kosten voor zijn rekening neemt. Weliswaar bestaan er inkomstenbronnen in de vorm van school gelden, doch deze zijn in verhouding tot de uitgaven zo gering, dat zij verwaarloosd kunnen worden. De omstandigheid, dat het 2.K.Kerkbestuur onlangs verschillen de bouwwerken tot nut van het sociaal en cultureel leven in de ge meente heeft doen verschijnen, heeft tevens in belangrijke mate de financieringsmogelijkheden beknot. Aangezien bedoelde bouwwerken ech ter in een dringende maatschappelijke behoefte hebben voorzien, kan het Kerkbestuur de verminderde betaalkracht niet als eigen schuld worden verweten. Hoe het ook zij, het kleuteronderwijs is een punt dat dringend ook de aandacht van de gemeentelijke overheid dient te hebben. Dat zulks een algemeen verbreide gedachte is blijkt uit de omstandigheid dat Beek N.B. prachtisch een der enkelingen onder de Brabantse gemeenten is, die nog geen subsidie-post op de gemeentebe groting heeft uitgetrokken. Vermeldenswaard is tevens, dat het voor malig bestuur der gemeente Princenhage wel, zij het dat met tamelijk lage bedragen, het kleuteronderwijs subsidieerde. Uiteraard zijn de lage subsidie-bedragen van vóór 1940 geen norm voor de huidge subsidie-bedragen. Daarvoor heeft de algemene prijsstijging te drastisch gewerkt. Wij hebben ter oriëntatie ons vergewist omtrent ie hoogte der subsidie-bedragen per leerling in de onderscheidene gemeenten, waarbij echter grote verschillen aan het licht traden, daar de subsi diebedragen schommelen tussen f.2,50 en f*25, - per leerling. Te dien einde hebben wij §en onderhoud gehad met de Griffier der Staten van Noord-Brabant. Deze gaff als zijn oordeel te kennen, dat het gevraagde subsidie van f.10,per leeerling per jaar volkomen aanvaardbaar en niet aan de hoge kant is te achten. Hij gaf als zijn mening te kennen, dat als de gemeente voor 1950 dekkingsmogelijkheden kon aantonen bij het College van Gedeputeerde Staten zeer waarschijn lijk geen bedenkingen zouden tijzen. In dit verband dient aan een belangrijk punt de aandacht te worden besteed. In 1950 loopt nlde noodregeling-Oud af betreffende een tijdelijke voorziening in de financiële verhouding tussen Rijk en Gemeenten. Het valt te voorzien dat deze noodregeling zal worden ge continueerd. Vermoedelijk zal alsjbasis voor deze voortgezette rege ling gelden het begrotingsbeeld van het dienstjaar 1950. Het is daarom van belang nog op 1950 een subsidiepost uit te trekken om althans voor 1951 en volgende jaren van een rijksbijdrage ook in deze uitgaaf ver zekerd te zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 60