BIJLAGE 58.
Beek N.B.. 30 November 1950»
Aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te
1s-GRAVENHAGE
Onderwerps
Wegkruising Valdijk-
snelverkeersweg no.l6.
De Raad der gemeente Beek N.B. heeft in zijn vergadering
van 28 November 1950 gemeend aan Uwe Kamer het navolgende ter
kennis te moeten brengen.
Welhaast met de regelmaat van een klok wordt aan de lijst
van verkeersongevallen op en nabij dit beruchte kruispunt een
nieuw toegevoegd. Hoewel de meeste ongevallen tot dusver zonder
dodelijke gevolgen, maar wel met ernstig materieel en lichamelijk
letsel zijn afgelopen, blijft de voortdurende dreiging met dode
lijke afloop bestaan.
De omstandigheid dat de Beekse bevolking voor een groot
deel welhaast dagelijks dit kruispunt meerdere malen moet passeren
en er daardoor bepaaldelijk een vertrouwdheid en daardoor een
zekere nonchalance beginnen te ontstaan verhoogt in steeds meerdere
mate deze doodsdreiging.
Als men nagaat dat de snelverkeersweg no.16 de gemeente
in de richting N.Z. precies middendoor deelt, terwijl de kom met
hare winkels, de Kerk, de scholen, theater, kortom alle voor
een gemeentelijk leven noodzakelijke objecten zich aan de west
zijde van die weg bevinden kam men begrijpen, dat de in het ooste
lijk deel gehuisveste bevolking en speciaal de daar wonende school
jeugd die dagelijks 4 x dit kruispunt moeten passeren aan ernstige
gevaren bloot staan.
Daar komt bij dat dit kruispunt het enige is waarover de
in het westelijk deel der gemeente gehuisveste bevolking zich
naar Breda kan begeven. Ook voor dit deel der bevolking bestaan
de bezwaren in even grote mate.
Reeds meerdere malen is getracht een oplossing voor dit
verkeersprobleem te verkrijgenqsechter nog steeds zonder resultaat.
Laatstelijk bij brief van 23 Februari 1949, no.673 deel de Direc
teur-Generaal van de Rijkswaterstaat mede, dat :"de wenselijkheid
van het maken van een tunnel onder de rijksweg no.l6 ter plaatse
waar deze de "Faldijk kruist, van den beginne heeft vastgestaan.
In verband met het gebrek aan de nodige geldmiddelen kon tot nu toe
niet tot de uitvoering van het werk worden overgegaan. Zodra echter
de nodige gelden daarvoor beschikbaar zijn, zal met de uitvoering
een aanvang worden gemaakt".
Reeds twee dienstjaren zijn inmiddels verstreken en thans
vernemen wij, dat ook voor 1953- op de begroting van de Rijkswater
staat geen post voor tunnelbouw op dit kruispunt is uitgetrokken,
ondanks het feit dat het snelverkeer op deze internationale verkeers'
weg Noord-Zuid steeds intensiever wordt.
De raad is van mening, dat nu de Rijkswaterstaat blijk
baar niet in staat wordt gesteld dit werk tot uitvoering te bren
gen de aandacht van Uwe Kamer op deze uiterst gevaarlijke verkeers
situatie dient worden gevestigd.
Dat niet ten onrechte wordt gesproken van "uiterst gevaar
lijk" moge onderstaande lijst van ongevallen aan dit kruispunt
gerekend vanaf de openstelling van de snelverkeers eg (9 Januari
1948) tot heden, getuigen;