BIJLAGE 71.
De Raad der gemeente Beek N.B.;
gelet op de circulaires van de minister van "binnenlandse
zaken van 28 September 1950, nr.U 897/2» onderscheidenlijk 18
October 1950, nr.U 1212/G, beide afd.2.2. bur.Ill en op artikel
170 der gemeentewet;
gezien bet advies van de personeelsorganisaties, bedoeld in
artikel 3 van het Ambtenarenreglement en artikel 4 van het Werklie
denreglement;
1. in afwachting van de totstandkoming van een Koninklijk besluit,
Y/aarbij met betrekking tot de bezoldiging van het rijksperso
neel ingaande 1 September 1950» dan wel -voor weekloners- vanaf
de eerste volle loonweek in September 1950, een definitieve
voorziening zal worden getroffen, aan de ambtenaren en het per
soneel, werkzaam op arbeidscontract naar burgerlijk recht,
in dienst van deze gemeente, voor zover hun bezoldiging van
gemeentewege wordt geregeld, over het tijdvak 1 September tot
31 December 1950» °P het salaris of loon een voorschot te
verlenen.
2. het voorschot, bedoeld onder 1, te bepalen op een bedrag gelijk
aan hetnnetto-bedrag (dit is na aftrek van loonbelasting,
doch het inhoudingsbedrag buiten beschouwing gelaten) van de
5/o uitkering over het vierde kwartaal 1950» toegekend ingevolge
de circulaire van de minister van binnenlandse zaken van 10
Juli 1950, nr.44413/0, afd.A.Z., bur.III.
3. de uitbetaling van het voorschot te doen plaats vinden vóór
1 December 1950.
b e s 1 u i t s
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Beek N.B., op 28
November 1950.