BIJLAGE 72. Beek N.B., 28 October 1950» Aan de Raad. Onderwerp: Algemene Politieverordening. De Algemene Politieverordening dient op enkele punten te worden gewijzigd. Sommige wijzigingen betreffen herstel van in de verordening voorkomende redactiefouten, anderen uitbrei dingen van een verbod, terwijl ook enige nieuwe voorschriften dienen te worden opgenomen. Artikel I. De in artikel 13 aangebrachte wijziging strekt tot herstel van een in dit artikel voorkomende onjuiste verwijzing. Artikel II. In artikel 77 wordt verboden het spelen met kaarten of dobbelstenen of het spelen met of om geld of geldswaarden op de weg. De thans voorgestelde wijziging strekt tot het uit breiden van dit verbod, in dien zin, dat voortaan ook verboden is om dergelijke spelen aan de weg te ondernemen. Artikel III. Ingekuild veevoeder en pulp verspreid een hinderlijke stank. De voorgestelde bepaling zal het mogelijk maken de ergste hinder te keren. Artikel IV. Het voorgestelde artikel strekt tot uitvoering van ar tikel 51 van het Reglement op de Waterleidingen in Noord-Brabant, zoals dat nader is vastgesteld bij statenbesluit van 24 Januari 1950 (Prov.blad 1950> nr.38), Lettende op de ruime omschrijving van het begrip "eigenaar" vervat in artikel 3j menen wij, dat de woorden "erfpachters of vruchtgebruikers" in het voorgestelde artikel 102b kunnen worden gemist. Artikel V. Naar aanleiding van de afkondiging van de Verordening Landschapsschoon Noord-Brabant 1950 (Prov.blad 1950 no.17) hebben wij overwogen, of en in hoeverre invoering van overeen komstige bepalingen voor de bebouwde kom, aambeveling verdiende. Wij zijn van mening, dat het bestaande artikel 128 voor alsnog voldoende armslag biedt om op te treden tegen ontsie rende reclame. Op de voet van art.l, aanhef en sub Td van de Verordening Landschapsschoon, komt het ons gewenst voor een bepaling op te nemen ter wering van autosloperijen e.d. (het nieuwe artikel 128a). Het""verbod tot het hebben van benzine-stations in de bebouwde kom achten wij niet nodig. Zo nodig kan de welstands bepaling van de bouwverordening worden gehanteerd om ontsiering van hetvdorpsbeeld door de oprichting van dergelijke inrichtin gen te voorkomen. Artikel 128b is opgenomen naar aanleiding van de air- culaire van Gedeputeerde Staten van 31 Mei 1950, G.nr.35309. Bij de omschrijving van het kapverbod is aansluiting gezocht bij de Bodemproductietreéchikking 1949 bosbouw en houtteelt. Het tweede lid strekt er toe om rechtsconflicten te voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 97