BIJLAGE 73.
Be Raad der gemeente Beek N.B. iri zijn openbare vergade
ring van 28 November 1950
HEEFT BESLOTENs
vast te stellen de volgende verordening:
VERORBENING tot wijziging van de algemene politieverordening
voor de gemeente Beek N.B.
Artikel I.
In het tweede lid van artikel 13 worden de woorden "70, aanhef
en onder b" vervangen door: "70tweede lid".
Artikel II.
In het eerste lid van artikel 77 worden achter het woord "op"
ingevoegd de woorden "of aan".
Artikel III.
Inkuilen van
bietenloof
veevoeder
en pulp.
Na artikel 101 wordt ingevoegd een nieuw artikel 101a, luiden
de als volgt:
Artikel 101a.
Het is aan eigenaars of gebruikers van enig onroerend goed
binnen de kolder gemeente verboden op dat goed binnen een afstand
van 10 meter van een gebouw, dat bij een ander in gebruik is, of
buiten de weg binnen een afstand van 10 meter van de weg, bieten-
loof of soortgelijk veevoeder of pulp in te kuilen cn ingekuild
te hebben.
Artikel iV.
Afrastering
van gronden
langs water
leidingen.
Na artikel 102a wordt ingevoegd een nieuw artikel 102b, luiden
de als volgt:
Artikel 102b.
Be eigenaars of gebruikers -van gronden, waarin of waarlangs
een onder toezicht van de gemeente staande 'waterleiding, als bedoeld
in artikel 47 van het Reglement op de waterleidingen iri Noord-Bra
bant (Provinciaal blad 1906, no.29) is gelegen, zijn verplicht,
indien zij deze gronden beweiden of laten beweiden, er voor zorg te
dragen, dat de in het laatste lid van artikel 51 van dat Reglement
bedoelde afrasteringen op een afstand van tenminste 75 centimeter
van de bovenkant van de 'waterleiding zijn geplaatst en overigens
een voor het vee behoorlijke afsluiting vormen.
Artikel V.
Opslagplaats
onbruikbare
voorwerpen
en materia
len, enz.
Veil
en,rooien
en anoeien
v.bomen,enz
Na artikel 128 worden ingevoegd de nieuwe artikelen 128a en
128b, luidende als volgt:
Artikel 128a.
Het is aan eigenaars of gebruikers van enig binnen de kom der
gemeente gelegen onroerend goed verboden, daarop te hebben of toe
te laten een van de weg af zichtbare opslagplaats van onbruikbare
of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen
of materialen.
Artikel 128b.
1. Het is verboden binnen de kom der gemeente bomen of andere
houtopstanden, die op een weg staan of van daar af zichtbaar zijn,
te veilen, te rooien of, anders dan volgens de regels van normaal
beheer^ te snoeien.