BIJLAGE 96.
Prinsenbeek, 15 Maart 1951»
Aan
Onderwerp: de Raad
Bezoldiging gemeente-
personeel.
Bijl: 1.
Bij Uw besluit van 31 Januari j.l. werd in afwachting
van de tot standkoming van een definitieve regeling bij Koninklijk
besluit, een voorschot toe; ekend op de 5i° salarisverhoging over
het tweede halfjaar 1950 en de genoten kindertoelage en kinder
toeslag over het gehele jaar 1950.
Thans is deze definitieve regeling, het z.g. ïïitke-
ringsbesluit 1950 verschenen bij Koninklijk Besluit van 16 Febru
ari 1951, S.nr.47»
Ten einde extra werkzaamheden te voorkomen is bepaald,
dat de pensioensgrondslagen in verband met deze salariswijziging
geen verhoging zullen ondergaan. Het kan echter voorkomen, dat
hierdoor een eventueel toe te kennen pensioen ongunstig wordt be-
invloed. Ter voorkoming hiervan kan in die gevallen toepassing
worden gegeven aan het Koninklijk besluit van 16 Februari 1951»
S.nr.48, waarbij is vastgesteld het Verhogingsbesluit 1950, houden
de voorzieningen ten aanzien van ambtenaren in de zin van de pen
sioenwet 1922, S.nr.240, en hun nagelaten betrekkingen.
Wij stellen U voor om over te gaan tot vaststelling
van het hierbij gaande ontwerp-besluitwaardoor de voor het rijks
personeel getroffen regelingen van overeenkomstige toepassing wor
den verklaard voor het gemeentepersoneel
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PRINSENBEEK,
DE -SllCRE?ARIS