V k
BIJLAGE 124-
De Raad der gemeente Prinsenbeek;
gezien het schrijven dd. 4 Juni 1951j nr.!266/lll van de Ge
neeskundig Inspecteur der Volksgezondheid te Breda;
besluit
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening tot aangifteplicht van waterpokken.
Artikel 1.
1. Het bepaalde in artikel 2, 2e lid der Besmettelijke Ziektenwet,
Sthl.1928, nr.265, wordt eveneens van toepassing verklaard op een
geval van waterpokken.
2. Het bepaalde in artikel 2, Je lid, van bovengenoemde wet, is
mede van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 141 van het wetboek van
Strafvordering worden met het opsporen van overtredingen dezer veror
dening belast de ambtenaren van de rijkspolitie.
Artikel J.
Aan hen, die met het opsporen van overtredingen dezer verordening
zijn belast, wordt de last verstrekt tot verzekering van de nakoming
harer bepalingen te allen tijde de woningen, lokalen en al dan niet
afgesloten ruimten, ondanks de bewoners, eigenaars of gebruikers,
binnen te treden of te betreden.
Artikel 4»
Overtreding van een der bepalingen dezer verordening wordt ge
straft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van
ten hoogste driehonderd gulden.
Artikel 5.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag vol
gende op die harer afkondiging.
2. Deze verordening vervalt zes maanden na haar in werking treden.
Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente Prinsen
beek in zijn openbare vergadering van 17 Juli 1951*
DE RAAD VOORNOEM,
Vooreer.
Secretaris.