BIJLAGE 127. Prinsenbeek, 15 Juni 1951» Bijl: 2. Onderwerp: 7/ijziging gemeentelijke bouwcredietregeling. Aan de Raad In bijgaandedoor IJ op 28 November 1950 vastgestelde bouwcredietrege- ling wordt in artikel 4? lid 2, gesproken van f.55?hetwelk bij de bepaling der stichtingskosten ten hoogste als aannemingssom per M5 in aanmerking mag -worden genomen. Dit bedrag is gebaseerd op het vóór de prijsstijgingen gegolden hebbend kosten-peil. De sedert September 1950 ingetreden stijging der bouwkosten recht vaardigt dan ook een herziening' van voormeld bedrag. Derhalve stellen wij TJ voor dit bedrag te verhogen tot f.40, waartegen door gedepu teerde staten dezer provincie geen bezwaar wordt gemaakt. In artikel 18, lid 2 sub _c wordt op grond van de vroegere voor schriften nog uitgegaan van een maximum te garanderen rente van 5zf0 's-jaars. Uit de onlangs door de minister van binnenlandse zaken op nieuw vastgestelde richtlijnen blijkt o.m. dat bij garantieverleningen bij woninghouw met gebruikmaking van een door het rijk getroffen finan- cierings-of premieregeling, de maximum te garanderen rente voortaan 4i° 's jaars mag bedragen. In verband met het vorengaande verzoeken wij U het tweede lid van artikel 18 aan de gewijzigde regeling aan te passen. Tevens mogen wij U adviseren tegelijkertijd ter verduidelijking aan het onderhavige artikel een bepaling onder _e te doen opnemen be treffende de door de bouwkas maximaal in rekening te brengen kostenop- slag, waarin duidelijk wordt gesteld, dat de gemeentelijke gerantie zich niet over de kostenopslag uitstrekt. Het percentage ad l/ó is in overeenstemming met de ter zake geldende regelingen. Een en ander is drt"-- -ons^neergelegd in bijgaand ontwerp tot vast stelling waarvan wij D ;en adviseren. B ]MEESTER EN VffiTï [N3ENBEEK,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 49