BIJLAGE 128.
De Raad der gemeente Prinsenbeek;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 15 Juni 1951
de bouwcredietregeling voor deze gemeente te wijzigen als volgt:
1. voor het bedrag ad f.55jgesteld in artikel 4» lid 2, wordt
gelezen: "f.40,
2. artikel 18, lid 2, wordt gelezen als volgt:
"2. De in het eerste lid bedoelde borgtocht wor't slechts ver
leend indien en voor zover:
a. de geldlening door de boawkas wordt verstrekt onder verband
van eerste hypotheek;
b. aan de geldlening tenminste gelijke bedingen verbonden zijn
als waaronder op de voet van het bepaalde in par.2 door de ge
meente rechtstreeks voorschotten worden verstrekt;
c. de voor de geldlening verschuldigde rente niet meer bedraagt
dan 4f° 's jaars;
d. de geldlening een looptijd heeft van niet meer dan 50 jaren
met een naar het oordeel van de raad bevredigende aflossings
regeling}
e. de opslag voor de door de bouwkas aan de bouwspaarder in re
kening te brengen kosten niet meer bedraagt 'dan 1% 's jaars,
berekend over het oorspronkelijk bedrag der door de bouwkas ver
strekte hypothecaire geldlening, met dien verstande, dat de borg
tocht zich in geen geval over de aan de bouwkas te betalen
kosten uitstrekt."
besluit
Secretaris.
Voorzitter