BIJLAGE 150. Be Raad der gemeente Prinsenbeek; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 27 Juni 1951? gelet op artikel 265bis der gemeentewet; besluit onder intrekking van zijn besluit van 8 Mei 1951 vast te stellen de navolgende Regelen met betrekking tot de contröle op de met geldelijk beheer en met boekhouding belaste ambte naren, alsmede tot het onderzoek naar de deugde lijkheid der rekeningen. Artikel 1. Op het geldelijk beheer en de boekhouding van de ontvanger en van de navolgende andere ambtenaren der gemeente: a. de ambtenaar, belast met de inning van leges ter secretarie; b. de ambtenaren, aan wie een voorschot is verstrekt voor het doen van betalingen ten behoeve van de gemeente; c. de administrateur van het Gemeentelijk Woningbedrijf, alsmede op die van hun plaatsvervangers, wordt contröle uitgeoefend. Artikel 2. De contröle wordt opgedragen aan het Centraal Bureau voor veri ficatie en financiële adviezen der Vereniging van Nederlandse Ge meenten te 1s Gravenhage. Artikel 5» 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 265 sexies der gemeen tewet geschiedt de contröle zo dikwijls hij, die met de contröle belast is, dit wenselijk oordeelt, doch tenminste éénmaal in elk kwartaal van het kalenderjaar. 2. Bovendien verricht hij een contröle zo dikwijls Burgemeester en Wethouders hem dit opdragen. 5- De contröle geschiedt zonder voorafgaande waarschuwing van de te controleren ambtenaar en op ongeregelde tijdstippen. Artikel 4» 11 Het verslag van iedere contröle wordt in een door burge meester en wethouders te bepalen aantal aan dat college gezonden. 2. Deze dragen zorg voor de doorzending aan de bij de contröle betrokken ambtenaar ten behoeve van zijn mede-ondertekening en eventueel van de toevoeging van een verklaring. g. De betrokken ambtenaar zendt ten spoedigste de ontvangen exemplaren -behalve éénT dat hij voor zijn archief behoudt - na

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 52