8,—
4,—
BIJLAGE 144.
De Raad. der gemeente Prinsenbeek;
overwegende, dat het wenselijk is over te gaan tot wijziging
der tussen deze gemeente met Breda e.a. aangegane gemeenschappelijke
regeling terzake van de keuring' van vee en vlees;
gelet op de Yleeskeuringswet Stbl.1919» no.524 en op de gemeen
tewet
besluit
vast te stellen de navolgende wijzigingen van de door bedoelde
gemeenten aangegane gemeenschappelijke regeling voor de keuring van
vee en vlees, als bedoeld in de Yleeskeuringswet Stbl.1919, no.524,
welke regeling door de raad der v.m. gemeente Princenhage werd vast
gesteld op 11 Februari 1938 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant bij besluit van 2 November 1938, no.G.85;
Artikel 1.
Onder III sub 5e en "Je worden de daargestelde bedragen vervan
gen door de navolgende:
Art5
a) een eenhoevig dier f. 8,
b) een rund (uitgezonderd een kalf)
c) een kalf
d) een nuchter kalf
e) een varken
1,50
4,—
1,50
1,50
Art. 7
f. 9,~
9,~
4,50
1,50
4,50
1,50
1,50
f) een schaap
g) een geit of bok
terwijl aan het bepaalde onder 5 en 7 de navolgende zinsnede
wordt toegevoegd:
"Een extra-recht van f.1,50 per slachtdier is verschuldigd, voor
het keuren van een dier, dat geslacht is in een slachtplaats, waarvan
de inrichting voldoet aan de eisen van de Vleeskeuringswet"
Artikel 2.
Deze wijziging treedt in werking' op 1 Januari 1952.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Prinsenbeek, op
31 October 1951*
DE RAAD YÖORN'OEjMD
^Voorzitter
ecretaris