BIJLAGE 147. De Raad der gemeente Prinsenbeek; gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet; besluit a) tot het aangaan van een kasgeldlening tot een bedrag, hetwelk met inbegrip van het in rekening-courant opgenomen bedrag, op geen tijdstip in 1952 het bedrag van f.215*000,mag te boven gaan; b) de kasgeldleningen zullen worden aangegaan tegen een rente, welke niet hoger is gelegen dan het door de minister van Finan ciën en Binrienlandse Zaken voor gemeenten aangegeven percentage met inbegrip van een maximum provisie van l/ö 'fo per jaar, met dien verstande, dat de totale lasten wegens rente en provisie nimmer meer bedragen dan 2 per jaar over het bedrag der lening; c) de besluiten van burgemeester en wethouders ter uitvoering van dit raadsbesluit moeten binnen drie dagen na datum ter kennis neming aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant worden toegezon den en in de eerstvolgende vergadering worden medegedeeld aan de raad; d) dit besluit treedt in werking op 1 Januari 1952 en houdt op van kracht te zijn op 51 December 1952. Aldus vastgesteld in de openbare vergade ring van de raad der gemeente Prinsenbeek dp 51 Öb^ober 1951» sub _b gewijzigd als volgt: De kasgeldleningen zullen worden aan gegaan tegen een rente, welke niet mag uitgaan boven de normen, die terzake door de ministers van Financien en Bin nenlandse Zaken zijn of worden gesteld; de provisie mag maximaal 1/8,9 per jaaf bedragen. E RAAD yOORNOEID, oorzitter. Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 69