BIJLAGE ISO.
De Raad der gemeente Prinsenbeek;
overwegende, dat in de gemeente geen openbare school voor
gewoon lager onderwijs, doch wel bijzondere scholen voor zodanig
lager onderwijs bestaan;
dat in dit geval volgens artikel 101, vijfde lid, der L.O.
wet 1920 vóór 1 Maart van elk jaar moet worden bepaald hét bedrag,
dat per leerling voor de betrokken bijzondere scholen in dat jaar
als vergoeding- wordt beschikbaar gesteld ter bestrijding van de
kosten, bedoeld in het eerste lid van artikel 55"bis der lager
onderwijswet 1920;
dat naar zijn mening, gegrond op tot dusver voor het bijzon
der onderwijs in deze gemeente vereiste be'ragen en mede lettend
op het door Gedeputeerde Staten bij hun besluit van 9 Augustus
1950 voor 1949 in beroep vastgestelde bedrag op f.24,75, met een
zelfde bedrag per leerling kan worden volstaan, aangezien dit be
drag voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoeften van
een in normale omstandigheden verkerende school;
het bedrag per leerling, bedoeld in het vijfde lid van ar
tikel 101 der lager onderwijswet 1G20 voor het lager onderwijs voor
het jaar 1952 te bepalen op f.24,75»
besluit s
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente
Prinsenbeek in zijn openbare vergadering' van
SÏ~Öbtober 1951»
RE RAAD VOORKOE MD
feörzitter.
4/tMM Secretaris.