Ingetrokken bij besluit van 20 Dec.IS51- BIJLAGE 160
"De Raad der gemeente Prinsenbeek,
gezien bet voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 November'51»
Gelet op de artikelen 170 en 228, sub a, der Gemeentewet;
BEST,UIT
tot financiering van de kosten, verbonden aan gemeentelijke bouw van woningen,
overeenkomsten van geldlening aan te gaan met door Burgemeester en Wethou
ders aan te wijzen geldgevers tot een totaal beirag van ten hoogste Een
honderd duizend Gulden (Zegge f.100.000,zulks onder de volgende voor
waarden:
1. d^eldgevers zullen aan de gemeente Prinsenbeek, hierna te noemen: geld-
neemster, op nader te bepalen datum een nader te bepalen bedrag ter leen
verstrekken tegen de koers van honderd procent, onder bepaling, dat met
inachtneming van de duur der lening bedoeld nominaal bedrag zal worden
teruggegeven.
Be storting zal door de geldgevers geschieden op de stortingsdatum ten
kantore- of op rekening van geldneemster tegen afgifte van een op naam
gestelde schuldbekentenis door geldneemster.
2. Geldneemster zal gedurende de looptijd der lening over het onafgeloste no
minaal bedrag der lening een rente betalen berekend naar vier (4) ten hon
derd per jaar, te betalen in twee halfjaarlijkse termijnen op 30 Juni en
31 December van elk jaar, eerstmaal op 30 Juni 1952.
Bij de berekening der rente zal elke maand op dertig en elk jaar op drie
honderd zestig dagen worien gesteld.
3. Het ter leen ontvangen bedrag zal door de geldneemster na verloop van een
tijdvak van vijftien jaren na de datum der storting van het bedrag der
lening in zijn geheel aan de geldgevers worden terugbetaald.
4. Algehele of gedeeltelijke extra-aflossing der lening zal gedurende de
eerste vijf jaren van de looptijd der lening zijn uitgesloten. Na verloop
van deze periode, doch vóór het verloop van de gehele looptijd der lening
is de geldneemster uitsluitend op de renteverschijndag(en) tot extra af
lossing bevoegd.
Geldneemster zal van haar voornemen tot extra-aflossing der lening ten
minste drie maanden tevoren aan de geldgevers schriftelijke kennis geven.
5. Indien geldneemster het wegens rente verschuldigde niet op tijd en over
eenkomstig het bepaalde sub 2 zal hebben voldaan of het bedrag der lening
door haar niet op tijd wordt terugbetaald, zal zij aan de betrokken geld
gevers als boete betalen een bedrag gelijk aan vijf ten honderd per jaar
van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid.
6. Het onafgeloste gedeelte van het bedrag der lening is, met rente en de kos
ten onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldneemster van een of
moer der in deze voorwaarden vermelde bepalingen of aangegane verbintenis
sen, tenzij geldneemster na door geldgevers aan haar verplichtingen te zijn
herinnerd, binnen 14 dagen na ontvangst dier herinnering het verschuldigde,
vermeerderd met de boete, alsnog voldoet en haar overige verplichtingen
alsnog nakomt
Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen
van een der gemelde gevallen van onmiddellijke opeisbaarheid, alsof zij bij
bevel of andere soortgelijke acte ware in gebreke gesteld.
7- Alle kosten en rechten van de op te maken schuldbekentenissen en van de
maatregelen, welke geldgevers mochten nemen tot behoud of ter uitoefening
van hun uit de leningsovereenkomst voortvloeiende rechten, zijn voor reke
ning van geldneemster.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Prinsenbeek, dd.28 November 1951*
DE RAAD VOORNOEMD,
Voorzitter.
Secretaris.