GEMEENSCHAPPELIJKE HEGELING. BIJLAGE 177. "De Raad der gemeente Prinsenbeek; Gelet op de Vleeskeuringswet Stbl.1919» no.524) en op de wet gemeenschappelijke regelingen; besluit met de raden der gemeenten Breda, Chaam, Etten ca., Nieuw-Ginneken, Rijsbergen, Terheijden, Teteringen en Zundert, de navolgende gemeenschappelijke regeling te treffen voor de keu ring van Vee en Vlees als bedoeld in de Vleeskeuringswet Stbl.1919» no.524) Algemene Bepalingen. Artikel 1. 1. Be gemeente Breda, Chaam, Etten ca., Uieuw-Ginneken, Prinsenbeek, Rijsbergen, Terheijden, Teteringen en Zundert vormen voor de uitvoe ring van de Vleeskeuringswet Stbl.1919» no.524) gezamenlijk een keuringsdienst, welke de naam draagt "Keuringsdienst voor de Vlees keuringskring Breda" 2. Be gemeente Breda wordt aangewezen als centrale gemeente, als be doeld in art.20, lid 5» van de Vleeskeuringswet (Stbl.191 no.524). 5- Be overige gemeenten worden aangeduid als kringgemeenten. Artikel 2. 1. Be vleeskeuring in de tot de Vleeskeuringskring Breda behorende ge meenten wordt, onder de bevelen van het gemeentebestuur van Breda, uitgeoefend door het personeel van de keuringsdienst voor vee en vlees van die gemeente. 2. Het keuringspersoneel - met uitzondering van het hoofd - kan, zo het belang van de dienst het eist of er zich niet tegen verzet, woonplaats hebben buiten de gemeente Breda, doch niet in een gemeente geen kring gemeente zijnde. Artikel 3« Waar het gebruik van een laboratorium is voorgeschreven, v/ordt daar voor aangewezen het laboratorium van het openbaar slachthuis te Breda. Artikel 4* 1. Be kringgemeenten verbinden zich de verordeningen op de keuring van vee en vlees, bedoeld in art.20, lid 1, van de Vleeskeuringswet (S. 1919> no.5?4) vast te stellen gelijkluidend aan die, welke door Ge deputeerde Staten voor de centrale gemeente is goedgekeurd met dien verstande echter, dat de raad van een kringgemeente, indien - zulks overeenkomstig het oordeel van de Commissie, bedoeld in art.10 van deze gemeenschappelijke regeling - bijzondere plaatselijke omstandig heden dit noodzakelijk makken, bevoegd is een of meer van de verorde ningen van de centrale gemeente afwijkende of daarop aanvullende bepa lingen in de verordening van zijn gemeente op te nemen. 2. Elke kringgemeente is verplicht een verordening vast te stellen, als bedoeld in art.26 van de Vleeskeuringswet, waarin wordt bepaald, dat het, behoudens in die gevallen, waarin daaromtrent goedkeuring van de Commissie, als bedoeld in art.10 wordt verkregen, verboden is slachterijen, vilderijen of penserijen op te richten, te hebben of te gebruiken, met uitzondering voor die inrichtingen die reeds op het ogenblik van inwerkingtreding van deze regeling' als zodanig in gebruik waren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 17