Bijl: 1.
Onderwerp:
Wijziging politieverordening.
BITIAGE 182.
Prinsenbeek, 22 April 1952.
Aan de Raad.
Een door de commissie voor de model-politieverordening (van de
afdeling Nrd.Brabant der Vereniging van Nederlandse Gemeenten) uitge
bracht advies, maakt het 'wederom noodzakelijk de algemene politiever
ordening der gemeente op enkele punten te wijzigen.
Naast enige redactionele correcties, betreffen enkele wijzi
gingen de uitbreiding van een bestaand verbod, een ander de opneming
van een nieuw voorschrift.
Op bijgaand ontwerp-besluit geven wij U de volgende toelichtinto.
Ax-tikel I
Boor opname van artikel 17 worden voor de toekomst de rijwielen
(ook zgn. bromfietsen) geweerd van markten e.d., welke veel publiek
plegen te trekken.
Van deze rijwielen wordt n.l. door de bezoekers een zodanige
hinder ondervonden, dat het gewenst wordt geacht hieromtrent een verbods
bepaling op te nemen.
Artikel II
In de bestaande bepaling van het eerste lid onder a werd de
eigenaar van een hond verplicht te zorgen, dat gedurende de in die bepa
ling aangegeven uren, de hond niet op de weg rondloopt. Thans is deze
bepaling zodanig uitgebreid, dat eveneens strafbaar wordt de eigenaar
van de hond, die zonder geleide of toezicht op het erf of de eigendom
men van een ander rondloopt
Artikel III
In het eerste lid van het gewijzigde artikel 71 wordt verboden
het maken van hinderlijk geluid, terwijl in het toegevoegde lid 2 wordt
verboden om door middel van geluidsversterkers enz. geluid te aaken,
hetwelk in de buitenlucht hoorbaar is.
Bij de huidige redactie van artikel 24 der Wegenverkeerswet kan
niet tegen het gebruik van geluidsversterkers worden opgetreden. Boor
toevoeging van het tweede lid wordt hieraan tegemoet gekomen, waardoor
het' gebruik daarvan op of aan de openbare wegen aan een vergunning
wordt gebonden. Bij overtreding zal op grond van genoemd lid kunnen
worden opgetreden.
Artikel IV
Toevoeging van de aangehaalde vroorden wordt wenselijk geacht
teneinde in voorkomend geval tegen onwillige inwoners te kunnen optreden.
Voorheen kon door de Politie tegen een dergelijk euvel dan ook
weinig worden gedaan.
Be voorgestelde wijziging wordt op verzoek van de commandant
van de rijkspolitie ter plaatse opgenomen.
Artikel V
In het bestaande eerste lid van artikel 107 werd niet verboden
het in werking hebben van een motor in een gebouw of getimmerte, waar
lichtontvlambare voorwerpen zijn opgeslagen. Beze bepaling is thans in
het eerste lid opgenomen. Tengevolge hiervan moest dit art.in twee leden
Artikel VI worden gesplitst.
Y/aar nodig ds de strafsanctie aangevuld.
Baar ook IJ ongetv/ijfJeldT^van"de noodzakelij heid der aan te brengeij
wijzigingen overtuigd zult zijn, verzoekbn wij IJ conform bijgaand ont
werp te besluiten. ^___^asp-^^BU^^^v2jE3T^.|^EN^Ji''/ETilOIJBERS,
"etax