BIJLAGE 185. Be Baad der gemeente Prinsenbeek in zijn openbare ver gadering van 3 Juli 1952 HEEFT BESLOTENs vast te stellen de navolgende verordening; VEROBDE. ING TOT WIJZIGING VAN DE ALGEMENE POLITIE VERORDENING DEZER GEMEENTE. Artikel I Rijwielen op markten,ker missen, enz. Overlast van bonden. Hinderlijk ge luid van ra dio toestel len enz. Gebruik van geluidsver sterker, ge- Luids agen, enz Tussen de artikelen 16 en 18 wordt ingevoegd een nieuw artikel 17» luidende als volgts Artikel 17 1. Het is verboden, gedurende de uren door Burgemeester en Wethou ders aan te wijzen, zich met een tweewielig rijwiel, al dan niet voorzien van hulpmotor, te bevinden op wegen of terreinen, waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek pleegt te trekken. 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, wordt ter plaatse aan het publiek bekend gemaakt op de wijze door burgemeester en wet houders aan te geven. Artikel II. Artikel 26 wordt gelezen als volgt; Artikel 26 1. De houder of verzorger van een hond is verplicht; a. te zorgen, dat zijn hond niet tussen 23 uur en 5 uur zonder geleide of toezicht buiten een bij hem in gebruik zijnd on roerend goed rondloopt; b. nadat burgemeester en wethouders hem schriftelijk hebben medegedeeld, dat die hond door zijn aanhoudend gejank of ge blaf voor de omgeving hinder oplevert en deze hinder dient te worden voorkomen, onve wijld maatregelen te nemen, waar door die hinder wordt voorkomen. 2. Honden, welke in strijd met de bepaling' van het eerste lid onder a rondlopen, kunnen door de politie worden opgevangen. Artikel III. Artikel 71 wordt gelezen als volgt; Artikel 71 -1. In andere gevallen dan die, waarin het bepaalde in artikel 431 van het wetboek van strafrecht of artikel 64 van het radio-re glement 1930 toepassselijk is, is het verboden door middel van een muziekinstrument of van een toestel, bestemd tot het hoor baar maken van muziek of van de menselijke stem, hetzij in de buitenlucht, hetzij in een afgesloten ruimte, voor de omgeving hinderlijk geluid te maken. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden door middel van een geluidsversterker, geluidswagen of soortgelijk toestel, bestemd tot op het luide wijze hoorbaar maken van muziek of van de menselijke stem, geluid te maken hetwelk in de buiten lucht hoorbaar is. Artikel 17. In artikel 100, le lid, onder a, worden tussen de woorden "vallen" en "op" gevoegd de woorden; "en te laten liggen".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 27