3- Het "bepaalde in het eerste en tvreede lid geldt nieti
a. ten aanzien van de buitengewone dienstplichtigen die eerst in
werkelijke dienst behoeven te komen na het jaar der lichting,
waartoe zij behoren of naar hun leeftijd gerekend kunnen worden
te behoren;
b. ten aanzien van ambtenaren op wie het bepaalde in de artikelen
20 en 21 van overeenkomstige toepassing is verklaard, indien
en voorzover burgemeester en wethouders ulks hebben verklaard
4. Indien de ambtenaar bij opkomst in militaire dienst voldoet aan de
voorwaarde gesteld in het eerste lid, dan wel indien ingevolge het
derde lid bij opkomst in militaire dienst deze voorwaarde niet voor
hem geldt, geniet hij in afwijking van het bepaalde in artikel 21
gedurende veertien dageh na zijn opkomst de volle aan zijn ambt ver
bonden bezoldiging.
Artikel 22a.
1. De ambtenaar, die voor een herhalingsoefening als militair in werke
lijke dienst is, geniet gedurende veertien dagen na zijn opkomst
in militaire dienst de volle aan zijn ambt verbonden bezoldiging.
Daarna wordt de militaire beloning in mindering gebracht op de aan
zijn ambt verbonden bezoldiging. Het bepaalde in de leden, 2, 4 en 5
van artikel 21 is van toepassing.
2. Als herhalingsoefening wordt beschouwd de dienst welke voor de toe
passing van het algemeen rijksambtenarenreglement als zodanig wordt
beschouwd.
3. Voor de toepassing of voortgezette toepassing van het eerste lid wor
den met inachtneming van hetgeen daaromtrent is bepaald in de
dienstplichtwet, in de wet voor de Koninklijke marinereserve 1924?
staatsblad 369 of in de wet voor het reserve-personeel der landmacht
1905 met herhalingsoefeningen gelijk gesteld:
a. het in dienst komen dan wel het in aansluiting aan een herhalings
oefening langer in dienst blijven voor een onderzoek omtrent een
strafbaar feit of een krijgstuchtelijk vergrijp, waarvan de mili
tair verdacht of beklaagd wordt;
b. het in dienst komen dan wel het in aansluiting aan een herhalings
oefening langer in dienst blijven ten einde rekening en verant
woording af te leggen van gevoerd beheer;
c. het in aansluiting aan een herhalingsoefening langer in dienst
blijven wegens:
1. ziekte;
2. het niet tijdig bereiken van de vereiste graad van geoefendheid
als gevolg van ziekte;
3» het heersen of geheerst hebben van een besmettelijke ziekte;
d. het in dienst komen om gehoord te worden omtrent een bij de Kroon
of bij de ministers van marine en van oorlog ingediend bezwaar
schrift
Artikel 22b.
Indien de ambtenaar als militair in werkelijke dienst zijnde, overlijdt,
wordt de uitkering, bedoeld in artikel 13 verminderd met het bedrag van
de overeenkomstige uitkering, welke uit hoofde van de militaire dienst
ter zake van dit overlijden wordt gedaan.
Artikel 22c.
1. Het bepaalde in de artikelen 20 tot en met 22b is van overeenkomstige
toepassing ten aanzien van:
a. de ambtenaar, die is tewerkgesteld in de zin van artikel 3* eerste
lid, onder b, van de wet van 13 Juli 1923» Stbl.357;
b. de ambtenaar, die in werkelijke dienst is op grond van een verbin
tenis bij de nationale reserve of reserve grensbewaking;
c. de ambtenaar, die overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3