en 31 der dienstplichtwet een vrijwillige verbintenis sluit dan wel
vrijwillig in militaire dienst blijft of opkomt;
d. de ambtenaar, die als militair in werkelijke dienst is op grond
van een verbintenis bij de Koninklijke marine-reserve of bij het
reservepersoneel der Koninklijke landmacht;
e. de ambtenaar, die op grond van een andere bijzondere verbintenis
in werkelijke militaire of daammede gelijk te stellen dienst is,
ter zake v^aarvan burgemeester en wethouders zulks hebben bepaald.
2. Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de uitvoering van
het eerste lid nadere regelen stellen.
Artikel 23»
Op de ambtenaar, die in tijdelijke dienst is aangesteld, zijn de bepalin
gen, vervat in de artikelen 20 tot en met 22c slechts van toepassing tot
en met de dag, waarop de burgerlijke betrekking zou zijn beëindigd, in
dien hij daaraan niet door militaire dienst zou zijn onttrokken".
Artikel II.
Artikel 24 wordt gelezen als volgt:
"Artikel 24.
1. Op de ambtenaar, die wegens ziekte of ongeval is verhinderd zijn dienst
te verrichten, zijn de desbetreffende bepalingen van het Algemeen
Rijksambtenarenreglement van overeenkomstige toepassing.
2. In bijzondere omstandgheden kunnen burgemeester en wethouders bevelen,
dat in een geval van verhindering als bedoeld in het eerste lid de
uitbetaling van bezoldiging geheel of gedeeltelijk aan anderen dan aan
de ambtenaar zal geschieden.
3. Ten aanzien van de ambtenaar of gevrezen ambtenaar, die aan tuberculose
lijdt, vrorden de aanspraken, die voor hem uit hoofde van het bepaalde
in het eerste lid gelden, verruimd in dier voege, dat hij gedurende
de eerste drie jaren van de tijd, dat hij wegens ziekte verhinderd is
zijn dienst te verrichten, zijn volle bezoldiging ontvangt, mits hij
gehuwd is of ongehuwd kostwinner is. Bedoelde aanspraken van een ambte
naar of gewezen ambtenaar, die aan tuberculose lijdt en geen kostwin
ner is, worden voor zover mogelijk verruimd in dier voege, dat hij ge
durende het eerste jaar van de tijd van verhindering om zijn dienst
te verrichten zijn volle bezoldiging ontvangt".
Artikel III.
In artikel 41, 2e lid, wordt na het gestelde sub _e, ingevoegd:
"_f. in de gevallen, bedoeld in artikel 44"
Artikel IV.
Artikel 44 wordt gelezen als volgt:
"Artikel 44»
1. Aan de ambtenaar kan eervol ontslag worden verleend, indien naar het
oordeel van het gezag, hetwelk tot het verlenen van het ontslag be
voegd is, uit zijn gedragingen van een zodanige gezindheid blijkt,
dat geen voldoende waarborg aanwezig is, dat hij zijn plicht als ambte
naar onder alle omstandigheden getrouwelijk zal volbrengen.
2. Een gedraging, als bedoeld in het eerste lid, is onder meer aanwezig,
wanneer een ambtenaar lid is van een vereniging, waarvan de minister
president, ingevolge artikel 97b van het algemeen rijksambtenarenre
glement ten aanzien van rijksambtenaren verklaard heeft, dat mij om
de doeleinden, die zij nastreeft, of de middelen die zij aanwendt, de
behoorlijke vervulling van zijn plicht als ambtenaar kan in gevaar
brengen of schaden, of wanneer hij op enigerlei wijze medewerking of