BIJLAGE no.27.
De Raad der gemeente Prinsenbeek;
overwegende dat van de Pastoor Oomenlaan, Gertrudislaan,
Pasquélaan en Schoolstraat, gelegen binnen de bebouwde kom en waar
van het beheer berust bij de gemeente, regelmatig gebruik v<rordt ge
maakt door brede vrachtauto's met aanhangwagen, als gevolg waarvan
het wegdek van deze straten wordt beschadigd;
dat de aard der verharding, alsmede de breedte dezer straten,
zich niet leent voor zodanig gebruik;
dat in het belang van de instandhouding en de bruikbaarheid de
zer wegen maatregelen dienen te worden getroffen ter opheffing van
het bestaande euvel, zonder dat daardoor het algemeen belang der
inwoners wordt geschaad;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd9 April
1953;
gelet op de Wegenverkeerswet en het Wegenverkeersreglement;
besluit s
met ingang van heden aan te wijzen als B-weg: de Pastoor Oomen
laan, Gertrudislaan, Pasquélaan en Schoolstraat.
Prinsenbeek, 16 Juli 19 53»
directeur van de rijkswaterstaat, directie Noord-Brabant te s-Her
togenbosch (in viervoud), aan de door de minister van verkeer en
Waterstaat ingevolge artikel 5, 7e lid van het Wegenverkeersregle
ment aangewezen verenigingen, alsmede aan gedeputeerde staten van
Hoord-Brabant te s-Hertogenbosch.