BIJnAGE no29
De Raad der gemeente Prinsenbeek;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 31 Maart 1953;
gelet op artikel 277» letter i en 290 der gemeentevret
besluit
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING op de heffing en invordering van een
belasting op toneelvertoningen en andere vermake
lijkheden in de gemeente Prinsenbeek.
Artikel 1.
In deze gemeente wordt onder de naam van vermakelijkheidsbelasting
geheven een belasting op toneelvertoningen en andere vermakelijkheden.
Artikel 2.
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder toneel
vertoningen en andere vermakelijkheden:
a. toneel-, bioscoop-, cabaret-, variété en andere soortgelijke ver
toningen,
muziekuitvoeringen, daaronder ook begrepen zang- en muziek, welke
mechanisch of automatisch, ook door middel van een radiotoestel,
wordt voortgebracht of ten gehore gebracht, benevens bal- en dans
partijen;
b. wedstrijden, spelen, voordrachten, lezingen en tentoonstellingen;
c. in het algemeen alle vemakelijkheden, welke gegeven worden in
lokalen of op plaatsen voor het publiek of een zeker deel van het
publiek, al dan niet met enige beperking, hetzij tegen betaling-
van toegangs-, abonnements- of contributiegelden, hetzij om niet,
toegankelijk.
2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder publiek mede ver
staan leden van verenigingen, welke toneeluitvoeringen en andere ver
makelijkheden geven, toegankelijk hetzij uitsluitend voor leden van
die verenigingen, hetzij uitsluitend of mede voor andere personen
dan leden van die verenigingen.
3. Het bepaalde in het eerste lid vindt geen toepassing ten aanzien van
zang- en muziekuitvoeringen, welke door verenigingen met toestemming
van burgemeester en wethouders op openbare wegen, straten en pleinen
worden gegeven.
Artikel 3«
1. Onder toegangsgeld wordt verstaan:
a. het bedrag, dat moet worden betaald om tot de vermakelijkheden
te worden toegelaten of deze bij te wonen, ongeacht of dit bedrag
ook bestaat uit verplichte consumptie's of programma's, verhoging
van het bedrag der consumptietartiiskelen of op andere wijze wordt
gevonden;
b. de vergoeding voor plaatsbespreken, indien deze meer dan f.0,10
per plaats bedraagt of plaatsbespreken verplichtend is gesteld;
c. de waarde van vrijbiljetten, Yfelke zonder machtiging van burge
meester en v/ethouders zijn afgegeven.
2. Bij verenigingen, die het geven van vermakelijkheden in de zin dezer
verordening ten doel of mede ten doel hebben, kan voor de vermake
lijkheden, waartoe de leden zonder betaling van toegangsgeld recht
van toegang hebben, p in plaats van de waarde van de aan de leden af
te geven toegangsbewijzen, ter keuze van het bestuur, als toegangs-