BIJLAGE no.5» MEMORIE VAN TOELICHTING, behorende bij het besluit van de raad der gemeente dd. 21 Januari 1955» waarbij vastgesteld de ver ordening houdende regeling van de winkel sluiting in de gemeente Prinsenbeek. Artikel 1. Op grond van plaatselijke omstandigheden is terzake toe passing gegeven aan artikel 11, lid 2 der wet, welke be paling koninklijke goedkeuring behoeft. Gezien de seizoen-bedrijvigheid der in hoofdzaak agrarisch georienteerde bevolking, is het sluitingstijdstip van 18 uur gedurende de zomermaanden te vroeg te achten. Boor opname van deze bepaling zal de bevolking, die voor het doen van inkopen op het dorp is aangewezen, tijdens de seizoentijd in staat zijn de inkopen in de namiddag uren te doen. Bit geldt wel speciaal voor de vrouwen, die gedurende de pluk- en oogsttijd op het bedrijf behulpzaam zijn, en veelal van verre naar het winkelcentrum moeten komen Artikel 2. Op deze bepaling is eveneens koninklijke goedkeuring nodig, daar terzake, op grond van plaatselijke omstandigheden, toepassing is gegeven aan artikel 11, lid 2 der wet. Bit artikel betekent een voortzetting van de bestaande toestand; voorheen gold een dergelijke bepaling eveneens. Als plaatselijke omstandigheid geldt, dat bij de bevolking, welke voornamelijk bestaat uit agrariërs en tuinders en die veelal ver van het winkelcentrum wonen, zich de gewoon te heeft ingeburgerd bij gelegenheid van het kerkbezoek de wekelijkse huishoudrekeningen te voldoen. Beze gwoonte dateert reeds van vele jaren her. In afwijking van de oude regeling, waarin sprake was van 4 uren, is thans de tijdslimiet van 5 uren opgenomen. Beze uitbreiding bleek noodzakelijk daar, wegens onvol doende plaatsruimte in de kerk - als gevolg van toename der kerkgangers - het kerkbezoek over meer diensten moest worden uitgestreken. Alzo is de eerste kerkdienst des Zon dags vervroegd, welke om omstreeks 7*15 uur is geëindigd. Be laatste kerkdienst is om 11.30 uur afgelopen. Baar de bevolking ter plaatse uitsluitend rooms-katholiek georienteerd is, achtte de raad een uitzondering op deze regeling voor de eerste Paas- of Pinksterdag, en eerste Kerstdag, indien deze dag op Zondag valt, gewenst. Artikel 7. Met deze bepaling wordt een traditie van voorheen voor de toekomst veilig gesteld. Het sub a bepaalde heeft betrekking op de carnavalsviering; sub b en c op de voor- en najaarskermis. Op grond van de in artikel 4 opgenomen aanwijzing van werk dagen tijdens de voor- en najaarskermis, waarvoor de nor male winkelsluitingstijden niet gelden, is het alleszins aannemelijk ook de daartoe betrekkelijke Zondagen in de uitzonderingsregeling te doen opnemen. Wegens toepassing van artikel 11, lid 2 der wet is konink lijke goedkeuring nodig. Artikel 4- Terzake is uitvoering gegeven aan artikel 11, lid 1 der wet. Voor wat de tijdslimiet betreft, is aansluiting ge zocht bij die ex. artikel 3» daar beide bepalingen in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 3