BIJLAGE no.35. De Raad der gemeente Prinsenbeek; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 6 Juli 1953; gelet op artikel 281 der gemeentewet^ besluit: vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING tot heffing ener bijzondere be lasting wegens uitbreiding van het waterlei- dingsnet in de gemeente Prinsenbeek. Artikel 1. 1. In de gemeente Prinsenbeek wordt onder de naam van "Waterleidings belasting" gedurende dertig jaren een bijzondere belasting geheven wegens in de bij dit besluit behorende lijst vermelde gebouwde ei gendommen, welke op het waterleidingnet zijn aangesloten of rede lijkerwijze daarop aangesloten kunnen worden. 2. De heffing dezer belasting geschiedt als tegemoetkoming in de ten laste van de gemeente Prinsenbeek gekomen kosten van uitbreiding van het waterleidingsnet, waardoor deze eigendommen zijn gebaat. Artikel 2. Het belastingjaar loopt van 1 Januari t/m 31 December. Artikel 3. 1. De belasting wordt geheven van hen, die krachtens recht van bezit of enig ander zakelijk recht op 1 Januari van het belastingjaar het genot hebben van de eigendommen, bedoeld in artikel 1. 2. Als genotneDDenae worat aangemerkt, hij, die op 1 Januari van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale leggers is aangegeven, tenzij kan worden aangetoond, dat een misstelling in die leggers heeft plaats gehad, of dat vóór 1 Januari plaats gehad hebbende veranderingen daarin nog niet waren opgenomen, in welke gevallen met de gewijzigde toestand wordt rekening gehouden. Zijn er ten aanzien van enig eigendom twee of meer genothebbenden, dan is ieder voor een aan zijn genot evenredig deel aansprakelijk. Artikel 4. 1. De belasting bedraagt per jaar f.10,voor elk aangesloten perceel, en f.2§,50 voor elk aansluitbaar niet aangesloten perceel. 2. De opbrengst der belasting zal niet te boven mogen gaan het bedrag van f.3200,per jaar. 3. Indien de opbrengst der belasting, berekend volgens het eerste lid van dit artikel te boven zou gaan het bedrag,dat volgens het tweede lid van dit artikel ten hoogste kan worden geheven, dan wordt op het overeenkomstig het eerste lid van dit artikel verschuldigde belasting-bedrag een zodanige evenredige vermindering toegepast, dat het totaalbedrag der aanslagen het bedrag in het tweede lid van dit artikel aangegeven niet overschrijdt. Artikel 5» Van de belasting zijn vrijgesteld: a. de gebouwen, eigendom der gemeente, uitsluitend gebezigd voor de publieke dienst; b. de gebouwen uitsluitend dienende tot openbare eredienst;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 51