MEMORIE VAN TOELICHTING op de waterleidings-
belastingverordening der gemeente PRINSENBEEK.
In het kader van de watervoorxiening van onrendabele gebieden
zijn door de Waterleiding Maatschappij te Oudenboscj diverse uitbrei
dingen geprojecteerd voor de voorziening van alle percelen, waarvan
de aanlegkosten niet meer bedragen dan f.1.000,per perceel.
Op de geprojecteerde netsuitbreidingen zijn 286 percelen aan-
sluitbaar; de lijst van deze aanslui'tbare percelen is als bijlage
gevoegd bij de verordening.
De aanlegkosten van deze leidingen bedragen f. 285-870,
rendabel f.100.100,onrendabel f.185-770,
Van het onrendabele deel wordt door de Maatschappij f.114.335,
voor haar rekening genomen; het restant ad f.71-435,dient door de
gemeente a fonds perdu te worden bijgedragen.
Het ligt in de bdoeling deze kapitaalsuitgaaf te dekken door
een aan te gane annuïteitslening a 3%%, looptijd 30 jaren, waarvan
de kosten per jaar zullen bedragen 5-608762 x f.714,35, of (afgerond)
f.4.000,
Binnen de bij artikel 281 der Gemeentewet bedoelde grenzen
zullen deze kosten uit de opbrengst ener baatbelasting bestreden
worden
In de daartoe vastgestelde verordening, welke op 1 Januari
1954 in werking zal treden, is een heffingsbedrag ad f 10,gesteld,
teneinde aldus een opbrengst te verkrijgen, welke maximaal 80% der
werkelijke jaarlijkse uitgaven nagenoegd evenaart.
De in de toekomst bestaande mogelijkheid van aansluiting
van nieuwe percelen, noodzaakte de bepaling te doen opnemen, dat de
totale belastingopbrengst nimmer meer mag bedragen dan f.3.200,
zijnde de maximale bijdrage-norm ad 80%
Bij toename van het aantal aansluitbare percelen, waardoor
het maximale heffingsbedrag wordt overschreden, zal de in artikel 4,
lid 3 omschreven percentsgewijze vermindering worden toegepast.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PRINSENBEEK,
DE SECRETARIS^