BIJLAGE no.38.
De Raad der gemeente Prinsenbeek
gelet op artikel 125 der Ambtenarenwet 1929 (Stblno.530)
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening tot wijziging van het Ambtenaren
reglement
Artikel I
Artikel 16 wordt gelezen als volgt:
"Artikel 16.
1. Aan iedere ambtenaar, met uitzondering van de gemeente-genees
heer, wordt jaarlijks op zijn verzoek door Burgemeester en
wethouders een vacantie met behoud van bezoldiging verleend
van ten minste 12 en ten hoogste 18 werkdagen.
2. De gemeente-geneesheer heeft jaarlijks aanspraak op 28 dagen
vacantie, met behoud van bezoldiging, te nemen naar zijner
keuze na overleg met burgemeester en wethouders.
3. Hij geeft, wanneer hij van dit recht gebruik maakt tenminste
drie dagen tevoren kennis aan burgemeester en wethouders.
4 Het op grond van dit artikel vastgestelde aantal vacantie-
dagen wordt, voor de ambtenaar, die een diensttijd heeft van
30 jaar of meer, met 2 dagen verhoogd."
1. De vacantie kan ineens of bij gedeelten worden genoten De
Zaterdag wordt bij de berekening van vacantie en verlof voor
een halve dag gerekend.
2 Een toegestane vacantie kan ten allen tijde om redenen van
dienstbelang geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken. De
hierdoor ontstane aanwijsbare gddelijke schade wordt een
ambtenaar vergoed
3- Wanneer een ambtenaar in het kalenderjaar zijn vacantie geheel
of ten dele om dienstbelang niet heeft kunnen genieten, heeft
hij het eerstvolgende kalenderjaar boven zijn gewone vacantie
nog recht op hetgeen in het vorig jaar niet werd genoten.
Artikel II
Artikel 18 wordt gelezen als volgt:
"Artikel 18.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente
Prinsenbeek ip zijn openbare vergadering van
Ib Juli 1953-
DE RAAD VOORNOEMD,