*^^\AAA/X/y AjjAsiX
BIJLAGE no.4«
Prinsenbeek, 15 Januari 1952.
Onderwerp
Uitkeringsbesluit 1952 en
Arbeidsovereenkomstenbeslu.it
Bijl: 2. Aan
d e Raad
Door Gedeputeerde Staten dezer provincie verden enige
bemerkingen gemaakt op het in de vergadering van 5 December j.l.
door IJ vastgestelde Uitkeringsbesluit 1952. Gedeputeerdeiwijzen
op artikel 4» lid 2 en 4, waarin voorschriften gegeven worden
aan de Directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Toegegeven
moet worden, dat de gemeente geen bevoegdheid heeft om deze voor
schriften te geven.
Tevens wordt gewezen op het ontbreken van een regeling,
betreffende de aanspraken op de kindertoelage van de belanghebben
den, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, der regeling.
Dehier bedoelde belanghebbenden zijn arbeidscontractanten wier
loon wordt geregeld in artikel 5> eerste lid, sub a en b van het
arbeidsovereenkomstenbesluitEen dergelijke bepaling was achter
wege gelaten, omdat ook in het arbeidsovereenkomstenbesluit geen
kindertoelageregeling is getroffen, waardoor deze personen onder
de werking van de kinderbijslagwet vielen. Een afzonderlijke rege
ling van de aanspraken op kindertoelage verdient echter wel aan
beveling, daar de bezoldiging van deze arbeidscontractanten is
afgestemd op de wedde van het in vaste dienst zijnde gemeente-
personeel
In verband hiermede stellen wij U voor bijgaande besluiten
tot wijziging van de Uitkeringsregeling 1952 en het Arbeidsover
eenkomstenbesluit vast te stellen.
DE SECKETARJg^