Artikel 11. 1. Tot zekerheid van de voldoening door de bouwer van alle door hem uit hoofde van de voorschotverlening aan de gemeente verschuldigde be dragen met inbegrip van twee en het lopend jaar rente, en kosten, verleent de bouwer aan de gemeente het recht van eerste hypotheek op de grond en de daarop te bouwen woning 2 In de acte kh van hypotheekstelling zullen, behalve de gebruikelijke voorwaarden en bepalingen, worden opgenomen alle voorwaarden en bepalingen, uit deze regeling voortvloeiende. Artikel 12. Alle kosten, waartoe de hypotheekacte aanleiding geeft, daaronder be grepen die van opzegging en van eventuele vernieuwing der inschrijving, zijn voor rekening van de bouwer. Artikel 13- In de acte van hypotheekstelling zal worden opgenomen: a. de vermelding van de verplichting van de bouwer, voortvloeiende uit de bepalingen dezer regeling; b. het beding, dat indien bij het opeisbaar worden van hetgeen aan de gemeente verschuldigd is, al het aan de gemeente verschuldigde niet terstond wordt voldaan, de gemeente onherroepelijk gemachtigd is het verbonden onroerend goed in het openbaar volgens plaatselijk gebruik te verkopen, de kooppenningen te ontvangen en daarvoor kwijting te geven tot verhaal van al het verse uldigde en de kosten; c. het beding, dat bij willige verkoping van het verbonden onroerend goed, met uitzondering van de verkoop krachtens artikel 1223, lid 2 var het Burgerlijk Wetboek, geen zuivering van de verleende hypotheek zal plaats hebben; d. het beding, dat de woning behoorlijk tegen brandschade moet worden en blijven verzekerd en dat in geval van schade aan het verzekerde de assurantiepenningen worden uitbetaald aan de gemeente, waaraan de bouwer deze reeds bij het verlijden der hypotheekacte cedeert, res pectievelijk zich verbindt deze voor alsdan te zullen cederen; de gemeente zal onherroepelijk gemachtigd zijn, de assurantiepenningen te innen, desgewenst met de verzekeraar te transigneren en kwijting te geven; de bouwer is verplicht aan de gemeente de polis respectie velijk een duplica-t daarvan en op aanvrage de laatste premiekwitan tie ter inzage te verstrekken. Artikel 14. De hoofdsom of het restant van een verleend voorschot is in het alge meen niet opeisbaar, behoudens in de navolgende gevallen, waarin de hoofdsom of het restant daarvan dadelijk opeisbaar zijn: a. indien de schuldenaar enige verplichting tegenover de gemeente niet nakomt, speciaal bij niet prompte voldoening van de verschuldigde rente en aflossing; b. bij faillissement of onder curatele stelling van de schuldenaar, wanneer hij surseance van betaling aanvraagt of het verbonden on roerend goed geheel of gedeeltelijk in beslag wordt genomen; c. bij vervreemding van het verbonden onroerend goed, onteigening inbe grepen, of bij niet nakoming door de schuldenaar van enige bepaling der hypotheekacte; d. wanneer blijkt dat de verleende hypotheek niet eerste in rang is of haar geldigheid kan worden bestreden; e. indien de schuldenaar in strijd handelt met de bepalingen van het Premie- en bijdragebesluit woningbouw (stbl.1953» no.155) en-de op grond daarvan vastgestelde regelen. Artikel 15. Alle betalingen, zo van gehele of gedeeltelijke aflossing der hoofd-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 66