BIJLAGE no.70. De Raad der gemeente Prinsenbeek Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; Gelet op de artikelen 269 en 280, juncto artikel 277 sub b der Gemeentewet; besluit: vast te stellen de navolgende: VERORDENING OP DE HEFFING VAN EEN STRAATBELASTING IN DE GEMEENTE PRINSENBEEK. Artikel 1. In deze gemeente wordt onder de naam van straatbelasting een bij drage geheven in de kosten ten laste der gemeente komende voor aan leg en onderhoud van openbare straten of wegen in de gemeente, vóór hunne verlichting en voor afvoer van water: a. wegens gebouwde eigendommen en daarbij behorende erven, die aan openbare straten of wegen in de gemeente belenden of in de on middellijke nabijheid daarvan gelegen zijn; b. wegens ongebouwde eigendommen, die aan openbare straten of wegen in de gemeente belenden of op deze straten of wegen uitgang hebben. Artikel 2. 1. Belastingplichtig is hij, die krachtens recht van bezit of enig ander zakelijk recht het genot heeft van het eigendom. 2. Als genothebbende wordt aangemerkt hij, die op 1 Januari van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale leggers is aange wezen, tenzij kan worden aangetoond dat een misstelling in die leggers heeft plaats gevonden of dat de vóór de eerste Januari plaats gehad hebbende veranderingen daarin nog niet waren opge nomen, in welke gevallen met de gewijzigde toestand rekening wordt gehouden. Zijn r ten aanzien van enig eigendom twee of meer genothebbenden, dan is ieder voor een aan zijn genot even redig deel van de aanslag aansprakelijk. 3. Nieuw gebouwde eigendommen, welke eerst na de eerste Januari tot bewoning of gebruik geschikt worden en ongebouwde eigendommen, welke eerst na de eerste Januari in het geval, als bedoeld in artikel 1, sub b komen te verkeren, zullen voor de belasting van het lopend jaar niet in aanmerking worden genomen. Artikel 3 1. De belasting word_t berekend naar de belastbare opbrengst van de eigendommen, aangewezen in de kadastrale leggers. 2. Voor zoveel de belastbare opbrengst van eigendommen in die leg gers niet is aangewezen, wordt deze vanwege en op kosten der gemeente in verhouding tot de belastbare opbrengst van andere soortgelijke eigendommen ges hat. Artikel 4. 1. De in artikel 1 genoemde belasting bedraagt jaarlijks: 1. voor de gebouwde eigendommen en daarbij behorende erven, be doeld sub _a: veertien procent van de belastbare opbrengst;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 97