2. voor de ongebouwde eigendommen, bedoeld sub Td: vijf procent van de belastbare opbrengst. II.Bij de beoordeling van de omstandigheden welke van belang zijn voor de heffing van straatbelasting wordt uitgegaan van de toestand op 1 Januari van het belastingjaar. III.1. Bij de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een cent verwaarloosd. 2. Voor eigendommen, waarvoor de totaal verschuldigde belasting min der dan vijf en twintig cent bedraagt, wordt geen aanslag opge legd. Artikel 5- Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December. Artikel 6. Geen belasting wordt geheven voor: 1. Ongebouwde eigendommen, waarvan de gemeente genothebbende is, en gebouwde eigendommen, voorzover deze worden gebezigd voor de publieke dienst; 2. gebouwde eigendommen, uitsluitend dienende voor de openbare ere dienst, en daarbij behorende erven; 3. de begraafplaatsen met de aanhorige gebouwen; 4. de gebouwen uitsluitend dienende: a. tot instellingen van weldadigheid, vermeld in art.l, le lid der Armenwet, voorzover de armenverzorging binnen die gebou- Y/en plaats heeft; b. tot inrichtingen, tot genezing of verpleging van zieken of gebrekkigen, voorzover daarbij geen v;inst wordt beoogd. Artikel 7« 1. Voor de gebouwde eigendommen, die met hun aanhorigheden geduren de 12 achtereenvolgende maanden ongebruikt en onverhuurd zijn gebleven, wordt aan hem, die gedurende dat gehele tijdvak is aangeslagen, de belasting over het belastingjaar, waarin dit tijd vak van 12 achtereenvolgende maanden wordt voltooid, voor de helft gerestitueerd. 2. Ter verkrijging van deze teruggaaf moet de belanghebbende binnen 30 dagen na het einde van bedoeld tijdvak een verzoek daartoe indienen bij Burgemeester en Wethouders. Artikel 8. Hij, die na de aanvang van het belastingjaar ophoudt genothebbende te zijn, in de zin van artikel 2, is de belasting over het gehele lopende jaar verschuldigd en heeft onverminderd het bepaalde bij artikel 7» geen recht op vermindering of teruggaaf van belasting. Artikel 9- Onjuist gebleken aanslagen worden ambtshalve verminderd of vernie tigd. Artikel 10. Indien blijkt, dat een aanslag ten onrecht is achterwege gebleven, verminderd of vernietigd, ian wel dat een te lage aanslag is opge legd, kan navordering van belasting in alle gevallen, waarin te v/einig belasting is geheven, plaats vinden, zolang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 98