Artikel 11. De invordering van de belasting geschiedt onverminderd het bepaal de bij de artikelen 291 tot en met 295 der Gemeentewet, door de Gemeente-ontvanger. Artikel 12. De belastingschuldigen worden op kohieren gebracht, opgemaakt en vastgesteld ingevolge artikel 297 der Gemeentewet Artikel 13. 1. Binnen een maand na de vaststelling van het kohier worden door de Gemeente-ontvanger aanslagbiljetten, volgens door Burgemees ter en Wethouders vast te stellen model, uitgereikt. 2. De aanslagbiljetten vermelden de dag van uitreiking. Artikel 14. 1. De aanslagen, voorkomende op het jaarkohier zijn invorderbaar in twee gelijke termijnen, vervallende op 30 Juni en 31 Decem ber van elk jaar. De aanslagen, voorkomende op de aanvullings kohieren zijn invorderbaar in één termijn vervallende op 31 December, tenzij het aanslagbiljet na 1 December is uitgereikt, in welk geval de belasting vóór het einde der maand volgende op die der uitreiking van het biljet moet ?/orden voldaan. 2. De aanslag is dadelijk en ineens invorderbaar, indien de aan geslagene in staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende- en onroerende goederen executoriaal beslag is gelegd. Artikel 15- De Gemeente-ontvanger is verplicht van iedere betaling kwijting af te geven, tenzij de betaling geschiedt door overschrijving of storting op de op het aanslagbiljet te vermelden giro-rekening der gemeente Artikel 16. De toerekening en de afschrijving der betaling geschiedt gende orde: a. op de kosten van vervolging zo die verschuldigd zijn; b. op de aanslag of, zo de aanslag kan worden voldaan in op de oudste der openstaande termijnen. Artikel 17. Aanslagen, waarvan de invordering niet heeft kunnen plaats hebben tengevolge van gebleken onvermogen der belastingschuldigen, kunnen op gemotiveerde voordracht van de gemeente-ontvanger door de raad oninbaar worden verklaard. Artikel 18. Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel: "Verordening straatbelasting" in de vol- termijnen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 99