oplevert, tenzij de betrokkene meer dan één van derge lijke functies bekleedt en hij daarin voortdurend een volledige dagtaak vindt, in welk geval, zolang de daaraan verbonden gezafaenlijke wedde en toelagen met uitzondering van diploma-, rijwiel- en kindertoelage, minder bedragen dan f.3162,op de huwelijkstoelage aanspraak bestaat. Artikel 15. Kinder- 1. De ambtenaar, die een of meer kinderen tot zijn last toelage. heeft beneden de leeftijd van 18 jaar, heeft, overeen- omstig het bepaalde in de navolgende leden, bij wijze van tijdelijke toelage, voor elk van die kinderen recht op kindertoelage 2. Voor de toepassing van dit artikel worden met kinderen beneden de leeftijd van 13 jaren gelijkgesteld: a. kinderen van 18 jaat of ouder, doch jonger dan 27 jaar, mits de tijd, die voor 'erkzaamheden beschikbaar zou zijn, grotendeels in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van onderwijs of een 0 - leiding voor een beroep en deze kinderen uitsluitend of in belangrijke mate voor rekening van de ambtenaar worden onderhouden; b. kinderen van 18, 19 of 20 jaar, die tengevolge van ziekte of gebreken naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders blijvend buiten staat zijn om met arbeid, die voor hun krachten berekend is, een derde te ver dienen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen van gelijke leeftijd in staat zijn uit ar beid te verwerven. 3. a. De kindertoelage wordt toegekend met ingang van de eerste dag van de maand of, indien de bezoldiging in weekloon is uitgedrukt, op de eerste da der werk week, waarin het recht daarop ontstaat; b. Indien de ambtenaar geen redelijke medewerking ver leent tot het verkrijgen van de inlichtingen, welke voor een juiste beoordeling van het recht op kindertoe lage nodig zijn, kunnen Burgemeester en Wethouders beslissen, dat hem geen kindertoelage wordt toegekend; c. Indien de ambtenaar heeft nagelaten opgave te verstrek ken van een kind of de kinderen, voor wie aanspraak op kindertoelage ontstaat, zal, indien deze nalatigheid wordt hersteld, de datum van ingang van de kindertoe lage worden bepaald op de datum, bedoeld onder a, met dien verstande, dat, wanneer tussen de-datum, waarop de aanspraak is ontstaan en de datum van de opgave een termijn van meer dan één jaar is gelegen, de uit betaling tot een jaar zal worden beperkt; d. De kindertoelage vervalt: /"nog niet 1. voor het kind, dat de leeftijd van 13 jaar/heeft bereikt, op de laatste dag van het kalenderjaar, waarin het kind mocht zijn overleden; 2. voor et kind, dat de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, op de laatste dag van het kalenderjaar, waarin het kind de leeftijd van 18 jaar heeft be reikt, tenzij het kind op de eerste dag van het daarop volgende kalenderjaar voldoet aan het bepaal de sub 2, onder a of b; 3. in alle overige gevallen op de laatste dag v n de maand waarin het recht op kinder-toelage eindigt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 11