BIJLAGE no.97» De salarisverordening dd. 25 Februari 1954- (zie bijlage no.92) opnieuw vastgesteld bij besluit van 30 Maart 1954-* Artikel 15 is gewijzigd, ingevoegd zijn de nieuwe artikelen 16 en 20 en de bestaande artikelen 16, 17, 18 en 19 worden vernummerd in resp. 17, 18, 19 en 21. Artikel 15. Kindertoe- 1. De ambtenaar, die op de eerste dag van enig kalenderkwartaal lage. een of meer kinderen tot zijn last heeft beneden de leeftijd van 16 jaar, heeft, overeenkomstig het bepaalde in de navol gende leden, bij wijze van tijdelijke toelage, voor elk van die kinderen recht op een kindertoelage. 2. Voor de toepassing van dit artikelen worden met kinderen be neden de leeftijd van 16 jaar gelijkgesteld: a. kinderen van 16 jaar of ouder, doch jonger dan 27 jaar, mits de tijd van deze kinderen, die voor werkzaamheden be schikbaar zou zijn, grotendeels in beslag wordt genomen door of in verband met het volgens van onderwijs of een opleiding voor een beroep en deze kinderen uitsluitend of in belangrijke mate voor rekening van de ambtenaar worden onderhouden b. kinderen van 16 jaar of ouder, doch jonger dan 21 jaar, die naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders tenge volge van ziekte of gebreken vermoedelijk het eerstkomende jaar buiten staat zullen zijn om met arbeid, die voor hun krachten berekend is, een derde te verdienen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen van gelijke leeftijd in staat zijn uit arbeid te verwerven. 3. De kindertoelage wordt toegekend: a. aan ambtenaren, wier wedde per maand wordt betaald: met ingang van de in het eerste lid bedoelde dag; b. aan ambtenaren, wier wedde over een korter tijdvak wordt betaald: met ingang van de eerste dag van de loonweek, waarin vorenbedoelde dag valt; c. indien de ambtenaar geen redelijke medewerking verleent tot het verkrijgen van de inlichtingen, welke voor een juiste beoordeling van het recht op kindertoelage nodig zijn, kunnen Burgemeester en Wethouders beslissen, dat hem geen kindertoelage wordt toegekend; d. indien de ambtenaar heeft nagelaten opgave te verstrekken van een kind of de kinderen, voor wie aanspraak op kinder toelage ontstaat, zal, indien deze nalatigheid wordt her steld, de datum van ingang van de kindertoelage worden be paald op de datum, bedoeld onder a of b, met dien verstande, dat, wanneer tussen de datum, waarop de aanspraak is ont staan en de datum van de opgave een termijn van meer dan één jaar is gelegen, de uitbetaling tot een jaar zal wor den beperkt A-. De kindertoelage eindigt: a. voor ambtenaren, wier wedde per maand wordt betaald: de laatste dag van het kalenderkwartaal, waarin laatstelijk wordt voldaan aan de voor de toekenning gestelde criteria; b. voor ambtenaren, wier wedde over een korter tijdvak wordt betaald: de laatste dag van de laatste loonweek van dat kwartaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 25