BIJLAGE no.98,
OND ERWERP:
Ziektekostenvoorziening
gemeentepersoneel.
Aan
de Raad.
Krachtens artikel 125, 2e lid, der Ambtenarenwet is de over-
heid-en dus ook de gemeente- verplicht om bepalingen betreffende de
aanspraken van de ambtenaren in geval van ziekte vast te stellen.
Tot nu toe beperkten de getroffen maatregelen zich tot het verstrek
ken van een tegemoetkoming in de premies, betaald voor ziekenfonds-
of ziekenhuisverzekering, ad 2% van de pensioensgrondslag met een
maximum van f.60,per jaar.
Allerwege is men er echter van overtuigd, dat met deze rege
ling niet kan worden volstaan en dat de overheid niet aan haar door
de wet gevorderde verplichting t.a.v. haar personeel heeft voldaan.
De vraag op welke wijze deze materie geregeld diende te wor
den heeft de overheid en de personeelsorganisaties lang bezig gehouden,
daar het moeilijk bleek om een juiste organisatievorm voor deze rege
ling te vinden. Gedacht werd o.a. aan de inschakeling van het bestaan
de ziekenfondswezen, doch in verband met de status van de ambtenaar -
de publiekrechtelijke verhouding van de ambtenaar tot de overheid -
vond deze oplossing zowel bij de Overheid als bij de organisaties
veel tegenstanders op haar weg.
De oplossing van dit vraagstuk is dan ook in een andere rich
ting gevonden en wel door - om bij de gemeente te blijven - het tref
fen van een gemeenschappelijke regeling door de gemeenten van een
provincie tot instelling van een instituut, waarbij het gemeenteperso
neel kan worden verzekerd.
In de provincie Noord-Brabant is inmiddels ook zo'n instituut,
genaamd "Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren" (afgekort "IZA"
tot stand gekomen en wel met ingang van 1 Juli 1953*
Ter beantwoording van de vraag of aansluiting bij dit insti
tuut ook voor deze gemeente wenselijk is, heeft ons College hierover
op 22 Februari j.l. een bespreking gehouden met het gehele gemeente-
personeel. Op één uitzondering na, verklaarde het gehele personeel
zich voor aansluiting.
Deze aansluiting kan geschieden bij raadsbesluit tot toetreding
tot de bestaande gemeenschappelijke regeling en wijziging van de
rechtspositieregelingen van het gemeentepersoneel.
Een gevolg van deze aansluiting is, dat het gehele gemeente
personeel verplicht wordt zich bij de IZA te verzekeren. Ver
plichtingen voor de ambtenaren voortvloeiende uit reeds eerder door
hen aangegane ziekenfondsverzekeringen e.d. worden zo nódig door de
IZA overgenomen.
Behalve de ambtenaren zelf worden ook hun echtgenoten en hun
kinderen, beneden de leeftijd van 21 jaar, medeverzekerd. Studerende
kinderen blijven verzekerd tot en met hun 24ste jaar en gebrekkige
kinderen blijven steeds verzekerd. Ambtenaren, die op wachtgeld worden
gesteld of die met pensioen gaan, kunnen-evenals hun weduwen- bij de
IZA verzekerd blijven.
Voor aansluiting wordt geen voorafgaande keuring geeist, zodat
ook de z.g. zware risico's, die door andere verzekeringsmaatschappen jen
worden geweerd, opgenomen kunnen worden.
De premie van de verzekering bedraagt 4% van de pensioensgrond
slag van de ambtenaar, waarvan 2% door de gemeente en 2% door betrok
kene wordt gedragen.
Met uitzondering van ziekenhuisverpleging 3e klasse, worden
alle ziektekosten slechts tot een bepaald percentage vergoed. Zo wordt