BIJLAGE no.99a.
De Raad der gemeente Prinsenbeek
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 26 Maart 195^
gelet op artikel 125 der Ambtenarenwet 1929 (Stbl.no.530)
besluit
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING tot wijziging van het Ambtenarenreglement.
Artikel I.
In hoofdstuk VII worden na artikel 24- ingevoegd de nieuwe artikelen
24-a en 24-b, luidende als volgt:
"Artikel 24-a.
1. In uitkering wegens ziektekosten van ambtenaren wordt voorzien door
toetreding der gemeente tot de meenschappelijke regeling, aangegaan
door gemeenten in de provincie Noord-Brabant, waarbij is ingesteld
het instituut ziektekostenvoorziening voor ambtenaren in dienst
dier gemeenten.
2. De ambtenaar, met uitzondering van hem, die blijkens een schrifte
lijke mededeling van burgemeester en wethouders naar hun oordeel
een nevenbetrekking bekleedt, is verplicht in de in het eerste lid
bedoelde voorziening deel te nemen. Van deze verplichting kunnen
burgemeester en wethouders op zijn verzoek ontheffing verlenen aan
de ambtenaar, die tegen deze deelneming gewetensbezwaren heeft.
3. De kosten van deze voorziening worden door de gemeente en de ambte
naar gelijkelijk gedragen. De bijdrage van de ambtenaar wordt op
zijn bezoldiging ingehouden; zij wordt geregeld bij de gemeenschappe
lijke regeling, bedoeld in het eerste lid. Burgemeester en wethou
ders kunnen omtrent de inhouding nadere regelen stellen. Daarin
kunnen onder ambtenaren gewezen ambtenaren worden begrepen".
"Artikel 24b.
1. Aan een ambtenaar, die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der
gemeente, worden vergoed de in enig tijdvak van ten hoogste een jaar
te zijnen laste blijvende, naar het oordeel van burgemeester en wet
houders redelijk gemaakte kosten voor verrichtingen en leveringen,
vallende onder de voorziening bedoeld in artikel 24-a, voor zover zij
tezamen met de voor de deelneming in deze voorziening verschuldigde
bijdrage een bedrag overschrijden van 4-% van zijn bezo-ldiging.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kunnen burgemeester en
wethouders in bijzondere gevallen, indien de noodzakelijke kosten
verband houdende met ziekte, welke de ambtenaar in enig tijdvak
van ten hoogste een jaar voor zich of voor zich en zijn gezin heeft
gemaakt, een bedrag overschrijden dat redelijkerwijze te zijnen
laste kan komen, in die kosten een tegemoetkoming toekennen.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente
Prinsenbeek in zijn openbare vergadering van
30 Maart 1954-.
DE RAAD VOORNOEMD,