BIJLAGE no.99b. De Raad der gemeente Prinsenbeek gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 26 Maart 1954-; gelet op artikel 125 der Ambtenarenwet 1929 (Stbl.no.530) besluit; vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING tot wijziging van het Werkliedenreglement. Artikel I. In hoofdstuk VIII, worden na artikel 27 ingevoegd de nieuwe artikelen 27a en 2?b, luidende als volgt: "Artikel 27a. 1. In uitkering wegens ziektekosten van ambtenaren wordt voorzien door toetreding der gemeente tot de gemeenschappelijke regeling, aangegaan door gemeenten in de provincie Noord-Brabant, waarbij is ingesteld het instituut ziektekostenvoorziening voor ambtenaren in dienst dier gemeenten. 2. De ambtenaar, met uitzondering van heip die blijkens een schrifte lijke mededeling van burgemeester en wethouders naar hun oordeel een nevenbetrekking bekleedt, is verplicht in de in het eerste lid bedoelde voorziening deel te nemen. Van deze verplichting kunnen burgemeester en wethouders op zijn verzoek ontheffing verlenen aan de ambtenaar, die tegen deze deelneming gewetensbezwaren heeft. 3. De kosten van deze voorziening worden door de gemeente/ en de ambte naar gelijkelijk gedragen. De bijdrage van de ambtenaar wordt op zijn bezoldiging ingehouden; zijnwordt geregeld bij de gemeenschap pelijke regeling, bedoeld in het eerste lid. Burgemeester en Wet houders kunnen omtrent de inhouding nadere regelen stellen. Daarin kunnen onder ambtenaren gewezen ambtenaren worden begrepen". "Artikel 2?b. 1. Aan een ambtenaar, die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der gemeente, worden vergoed de in enig atijdvak van ten hoogste een jaar te zijnen laste blijvende, naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte kosten voor verrichtingen en leve ringen, vallende onder de voorziening bedoeld in artikel 24 2?a, voor zover zij tezamen met de voor de deelneming in deze voorzie ning verschuldigde bijdrage een bedrag overschrijden van 4% van zijn bezoldiging. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kunnen Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen, indien de noodzzakelijke kosten verband houdende met ziekte, welke de ambtenaar in enig tijdvak van ten hoogste een jaar voor zich of voor zich en zijn gezin heeft gemaakt, een bedrag overschrijden dat redelijkerwijze te zijnen laste kan komen, in die kosten een tegemoetkoming toekennen. Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Prinsenbeek in zijn openbare vergadering van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 32