BIJLAGE no.99c.
De Raad der gemeente Prinsenbeek
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 Maart 1954;
gelet op artikel 125 der Ambtenarenwet 1929 (Stbl.no.530)
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING tot wijziging van het reglement op de
rechtstoestand van de secretaris der gemeente Prin
senbeek.
Artikel I.
Na artikel 4 worden ingevoegd de nieuwe artikelen 4a en 4b.
"Artikel 4a.
1. In uitkering wegens ziektekosten van ambtenaren wordt voorzien
door toetreding der gemeente tot de®meenschappelijke regeling, aan
gegaan door gemeenten in de provincie Noord-Brabant, waarbij is
ingesteld het instituut ziektekostenvoorziening voor ambtenaren
in dienst dier gemeenten.
2. De ambtenaar, met uitzondering van hem, die blijkens een schrifte
lijke mededeling van burgemeester en wethouders naar hun oordeel
een nevenbetrekking bekleedt, is verplicht in de in het eerste
lid bedoelde voorziening deel te nemen. Van deze verplichting kunnen
burgemeester en wethouders op zijn verzoek ontheffing verlenen
aan de ambtenaar, die tegen deze deelneming gewetensbezwaren heeft.
3. De kosten van deze voorziening worden door de gemeente en de ambte
naar gelijkelijk gedragen. De bijdrage van de ambtenaar wordt op
zijn bezoldiging ingehouden; zij wordt geregeld bij de gemeenschap
pelijke regeling, bedoeld in het eerste lid. Burgemeester en wet
houders kunnen omtrent de inhouding nadere regelen stellen. Daarin
kunnen onder ambtenaren gewezen ambtenaren worden begrepen".
"Artikel 4b.
1» Aan een ambtenaar, die een hoofdbetrekking in dienst der gemeente
bekleedt, worden vergoed de in enig tijdvak van ten hoogste een
jaar te zijnen laste blijvende, naar het oordeel van burgemeester
en wethouders redelijk gemaakte kosten voor verrichtingen en leve
ringen, vallende onder de voorziening bedoeld in artikel 4a, voor
zover zij tezamen met de voor de deelneming in deze voorziening
verschuldigde bijdrage een bedrag overschrijden van 4% van zijn
'bezoljdiging.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kunnen burgemeester
en wethouders in bijzondere gevallen, indien de noodzakelijke
kosten verband houdende met ziekte, welke de ambtenaar in enig
tijdvak van ten hoogste een jaar voor zich of voor zich en zijn
gezin heeft gemaakt, een bedrag overschrijden dat redelijkerwijze
te zijnen laste kan komen, in die kosten een tegemoetkoming toe
kennen.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente
Prinsenbeek in zijn openbare vergadering van
30 Maart 1954.
DE RAAD VOORNOEMD,
cretaris.