BIJLAGE no.108.
VERORDENINGhoudende vaststelling van het
vermenigvuldigingscijfer voor het schoolgeld
gewoon lager en voortgezet lager onderwijs over
het schoolgeld jaar 1954/1955,
De Raad der gemeente Prinsenbeek
gelet op het koninklijk besluit van 20 November 1945 (No. F.291),
houdende vaststelling van het tijdelijk besluit schoolgeld lager
onderwijs 1945;
besluit
het vermenigvuldigingscijferbedoeld in art.8, vierde lid van
bovengenoemd koninklijk besluit, te beginnen met het op 1 September
1954 aanvangende schoolgeldjaar, voor zoveel betreft het gewoon lager
en voortgezet lager onderwijs in de gemeente, vast te stellen op
twee (2).
Prinsenbeek, 24 Juni 1954.
DE RAAD VOORNOEMD,
Voorzi tter
MEMORIE VAN TOELICHTING.
Overeenkomstig de aan noodlijdende gemeenten verstrekte richtlijnen
is het vermenigvuldigingscijfer voor het schoolgeld gewoon en voortge
zet lager onderwijs 1954/1955 bepaald op twee (2).
Aan de hand der over 1953/1954 bekende begrotingscijfers bedroeg
de opbrengst voor a) schoolgelden f.4500,en voor b) compensatie
uitkering van het rijk wegens gezinsreductie schoolgeld f.1500,
totaal f.6000,
Vooralsnog achtte de raad geen termijnen aanwezig een hoger verme
nigvuldigingsci jfer vast te stellen, aangezien de opbrengst een bil-r
lijke bijdrage betekent in de voor rekening der gemeente blijvende
kosten over 1954, zijnde:
a) vergoeding artikel 101 L.O.wet 1920
b) uitkering aan andere gemeenten ingevolge
titel VA der L.O.wet 1920 1.000,
c) vergoeding aan schoolbesturen ing.art.205 1.137,90
f. 25.250,—
Te verminderen wegens uitkeringen van andere
gemeenten ingevolge titel VA der L.O.wet 1920
Blijft
f. 27.387,'
425,—
f. 26.962,90.
BURGEMEESTER
V
THOUDERS/VAN PRINSENBEEK,
m SECRETARY
A^.-AA4>Z