1. BIJLAGE no.92. De Raad der gemeente Prinsenbeek; gelet op artikel 3 en artikel 4-, respectievelijk van het Ambte naren- en Werkliedenreglement voor de gemeente Prinsenbeek, alsmede op artikel 3^ der Armenwet; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, besluit vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING regelende de rangen en de bezoldiging van het personeel, Vi/erkzaam in dienst van de ge meente Prinsenbeek en van het Burgerlijk Armbestuur van die gemeente. HOOFDSTUK I. Het personeel der gemeente. Artikel 1. In vaste dienst kunnen worden aangesteld: ITer gemeentesecretarie ten hoogste vier ambtenaren en wel a. een hoofdcommies; b. een of twee commiezen; c. een of twee adjunct-commiezen; d. één klerk. Rangindeling. 1. II. Bij de dienst van Openbare Werken en gemeentereiniging: a. een voorwerker; b. zes arbeiders in algemene dienst in de rangen: arbeider le klasse (max.9-) en arbeider. III. Bij de belastingen a. één deurwaarder voor de plaatselijke belastingen. IV. In andere functies: a. een ambtenaar in algemene dienst (gemeentebode); b. een secretaris van de commissie tot wering van school verzuim; c. een administrateur van het Woningbedrijf; d. een huurophaler bij het Woningbedrijf; e. een secretaris-penningmeester van het Burgerlijk Arm bestuur. 2. De in sub III,IV en V onder b,c,d en e genoemde functies worden voor de toepassing dezer verordening beschouwd als neven functies. HOOFDSTUK II. Bezoldiging. Artikel 2. De bezoldiging van de ambtenaren der gemeente, voor zover deze niet door het hoger gezag geregeld moeten worden, wordt vast e- steld op de bedragen, als in de bijlagen nr.I,IIa en lib dezer verordening voor iedere functie is aangegeven. Bezoldiging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 7